Michael Matthews is een van de renners met de meeste ervaring in het peloton op dit moment, met meer dan een decennium aan koersen op het hoogste
niveau. Dit bracht hem een groene trui in de Tour de France, etappezeges in alle drie de Grote Rondes… Maar er is nog steeds één wedstrijd waar hij elke dag van droomt om te winnen, en hij is niet bang om het op te nemen tegen Tadej Pogačar en Mathieu van der Poel
“Als beloftenrenner was ik gewend om me vol in de koers te gooien en daar genoot ik echt van. Toen ik in de WorldTour kwam, moest ik me aanpassen aan de manier van koersen,” vertelde Matthews in een interview met Sigma Sports. “En dat vond ik eigenlijk nooit echt leuk, dat wachten en dan op het einde sprinten.” Maar Matthews, een sprinter/puncheur, wil zijn koersmentaliteit veranderen, vergelijkbaar met renners zoals Mads Pedersen en Wout van Aert, die kunnen vertrouwen op hun sprint, maar ook zeer agressief koersen.

“Ik hou eigenlijk van agressief koersen, maar na al die jaren was ik gewend geraakt aan die ene manier van rijden. Nu is het koersen weer veranderd en hopelijk kan ik me daaraan aanpassen en weer agressief koersen,” zegt hij. “Dat is hoe ik het graag wil doen, maar op cruciale momenten word ik automatisch wat voorzichtiger. Zo heb ik veel van mijn wedstrijden gewonnen, dus logisch dat je daarop gokt.”
Als sterke sprinter kan Matthews dat risico nemen, maar de laatste jaren zijn de sprinters in het peloton steeds completere renners geworden, net als hij. In dit decennium heeft Matthews slechts zes overwinningen behaald, van zijn totaal van 42. Misschien moet de renner van Team Jayco AlUla zijn manier van koersen veranderen om dat aantal sneller op te krikken.
“… Ik wil terug naar mijn roots: agressief koersen en eerder aangaan. Ik heb meer opties dan alleen wachten en dan sprinten, wat ook saai is. Hopelijk kan ik het dit jaar weer anders aanpakken,” blikt hij vooruit. Matthews zal deze lente rijden in Parijs-Nice, Milaan-Sanremo, drie Vlaamse kasseienklassiekers, de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik.
Maar Sanremo, een stad slechts enkele tientallen kilometers van zijn thuis in Monaco, is de wedstrijd waar hij het meest naar uitkijkt. “Ik jaag nog steeds op de koersen waarin ik al eens tweede of derde ben geworden. Milaan-Sanremo, natuurlijk. Ik droom daar nog steeds elke nacht over als ik ga slapen.” De 34-jarige stond al drie keer op het podium en nog drie keer in de top tien. Vorig jaar was hij ongelooflijk dicht bij de overwinning, maar werd hij op de streep geklopt door Jasper Philipsen.
Daarnaast stond hij ook op het podium van de Ronde van Vlaanderen (tot hij werd gedeclasseerd). “En de Ronde van Vlaanderen is ook een soort nieuwe passie geworden. In de eerste helft van mijn carrière dacht ik daar niet aan, maar in de tweede helft werd ik verliefd op die koers. Het is een supercoole wedstrijd en na vorig jaar voel ik het vuur om terug te keren,” besloot hij.