Het veldritseizoen is nu ten einde en in de nasleep daarvan evalueert legende en ploegleider Bart Wellens enkele belangrijke aspecten. In het bijzonder prijst hij de opkomst van Thibau Nys, een type renner dat al jaren niet meer is gezien in het mannenveldrijden en die het aandurft om de drie populairste renners van de discipline uit te dagen.
Wellens is geen fan van renners die zich al snel tevredenstellen met een bijrol zodra de grote namen van de sport (zoals Mathieu van der Poel en Wout van Aert) aan de start staan. “Alsof ze weten dat ze voor de tweede of derde plaats rijden. Dat zou niet mogen,” schreef Wellens in zijn column in Het Nieuwsblad.

“De manier waarop Eli [Iserbyt] Wout onder druk zette in Gullegem, zo zou het altijd moeten zijn. Maar bij Eli zie je vaak dat het minder loopt zodra Wout en Mathieu erbij zijn. Je kunt daar bijna de klok op gelijkzetten.”
Hoewel een paar renners erin slaagden de ‘grote twee’ uit te dagen, hebben die in de meeste wedstrijden hun klasse getoond en de rest van het veld achter zich gelaten. Thibau Nys, regerend Europees kampioen, was een van de weinigen die daadwerkelijk een tegenstander (of zelfs een overwinnaar) bleek op bepaalde momenten, en Wellens kijkt met waardering naar de jonge Belg, zoon van Sven Nys.
“Thibau is een populaire jongen, hij brengt veel mensen naar de koers. En hij durft soms iets te zeggen. Of hij durft zijn haar wit te verven. Weet je, dat zijn de mannen die je nodig hebt in de cross,” zegt Wellens, in een sport waar steeds meer renners conservatief zijn en zich in het openbaar of tegenover de media gesloten opstellen.
“Er zijn te veel droge renners, jongens die door de week trainen en in het weekend hun wedstrijd rijden. Thibau heeft iets wat Wout, Mathieu en Pidcock – als hij erbij is – ook hebben,” zegt de tweevoudig wereldkampioen zelfs.
En volgens hem is dit precies wat de mannenkant van de sport de afgelopen jaren nodig had. “Die jongens durven af en toe iets extravagant te doen. Dat hoort erbij. En de manier waarop Thibau in Benidorm alles gaf om Wout te verslaan, dat vind ikgeweldig.”