De aanloop naar de wegwedstrijd van de UCI Wereldkampioenschappen 2025 in Kigali heeft een onverwachte wending genomen voor België. Enkele dagen voor de elitewedstrijd bij de mannen bevestigde de Belgische ploeg dat een van Remco Evenepoels meest vertrouwde ploegmaats door ziekte is uitgeschakeld een tegenslag die de tactiek in de jacht op de felbegeerde regenboogtrui ingrijpend kan beïnvloeden.
Het Belgische kamp, traditioneel een van de sterkste blokken op de Wereldkampioenschappen, was naar Rwanda afgereisd met een zorgvuldig uitgebalanceerde selectie. Het team was samengesteld om Evenepoel de best mogelijke kans te geven op een tweede wereldtitel, na zijn triomf in Wollongong in 2022 en zijn constante ereplaatsen in de daaropvolgende jaren. Maar ziekte binnen de ploeg heeft voor een last-minute herschikking gezorgd, en doet de vraag rijzen of België nog steeds de koers kan controleren op het heuvelachtige, slopende parcours van Kigali.

Hoewel de bond aanvankelijk niet bekendmaakte om welke renner het ging, bevestigden berichten later dat het een sleutel-domestique betrof die belast was met het controleren van de middenfase van de koers. Meer dan zomaar een helper, had hij de taak om gaten te dichten, Evenepoel uit de wind te houden en het podium klaar te zetten voor de beslissende moves. In WK-koersen, waar nationale ploegen niet kunnen terugvallen op de diepe ondersteuningsstructuren van hun commerciële teams, kan het verlies van één sterke renner grote gevolgen hebben.
Evenepoel zelf reageerde nuchter toen het nieuws bekend werd: “Natuurlijk is het niet ideaal. Op een WK heb je iedereen nodig, want het is altijd chaos. Maar we passen ons aan. We hebben nog steeds een sterke ploeg, en we gaan vechten voor die trui.”
De Belgische selectie blijft wel stevig. Wout van Aert brengt ervaring en tactisch inzicht, ook al heeft hij duidelijk gemaakt dat zijn persoonlijke ambities dit jaar ondergeschikt zijn na een loodzwaar seizoen. Arnaud De Lie biedt sprintkracht voor het geval van een finish met een beperkte groep, terwijl renners als Tiesj Benoot en Yves Lampaert waardevolle motoren blijven voor de vlakke en overgangszones. Toch kan België, zonder voltallige bezetting, moeite hebben om de onvoorspelbare demarrages op de stadshellingen van Kigali te controleren.
Daarbovenop komt het bredere competitieve plaatje. Tadej Pogačar, die in de tijdrit net naast de medailles greep, mikt openlijk op de wegwedstrijd als zijn revanche. Mathieu van der Poel blijft een gevaarlijke outsider, met de capaciteit om van ver toe te slaan. En titelverdediger Mads Pedersen verkeert in bloedvorm. Tegen zulke concurrentie zou België’s verminderde slagkracht Evenepoel kwetsbaarder kunnen maken dan voorzien.
Voor België laait de ziekte ook oude discussies over eenheid en leiderschap weer op. In eerdere edities werden de tactieken soms bemoeilijkt door de rivaliteit tussen Van Aert en Evenepoel. Dit jaar leek het plan duidelijk: volop rijden voor Evenepoel, met Van Aert in de rol van ervaren luitenant. Nu er een renner wegvalt, wordt samenhang nog crucialer.
Terwijl Kigali zich opmaakt voor een historische wedstrijd de eerste elite-wereldtitelstrijd bij de mannen op Afrikaanse bodem staat het Belgische kamp al onder druk nog voor het startschot weerklinkt. De ziekte hoeft hun kansen niet te breken, maar maakt de foutenmarge kleiner. Voor Evenepoel, op jacht naar een nieuwe regenboogtrui, is de weg naar glorie een stuk steiler geworden.