Wout van Aert (30) schoof the day after Siena aan voor een persconferentie XL. Opvallendste nieuws: in de Giro dacht hij eerder op de week nog heel concreet aan opgeven. In de winter, na zijn val in Spanje, schoot het zelfs even door zijn hoofd om maar gewoon te stoppen met koersen. “Het is moeilijk om zoveel te geven en zo weinig terug te krijgen.”
Rustdag voor Wout van Aert, maar ook niet helemaal. Na een ochtendlijk familiemoment gaat hij eerst het tijdritparcours in Lucca verkennen, daarna volgt een persconferentie met de internationale media. Van Aert ziet er fris uit, maar dat is niet hoe hij zich voelt. “Ik heb door de adrenaline maar vijfenhalf uur geslapen. Laat erin en ook weer vroeg wakker. En zo’n etappe hakt erin. Ik ben niet echt euforisch opgestaan.” (lacht)
Heb je ondertussen al beelden teruggezien van je overwinning?
“Alleen wat highlights zondagavond op mijn gsm. Straks ga ik daar wel nog wat tijd voor maken. Beelden terugzien of gewoon wat verhalen uitwisselen met de ploegmaats geeft een zalig gevoel.”
Enig idee hoeveel felicitaties je hebt ontvangen?
“Mijn telefoon is ontploft. Het geeft echt een goed gevoel om zoveel positieve berichten te krijgen. Veel mensen gunnen mij duidelijk die overwinning. Ik heb alleen nog niet de tijd gehad om iedereen ook te antwoorden.” (lacht)
We zagen je gisteren languit liggen op de stenen van het Piazza del Campo. Wat speelde er op dat moment allemaal door je hoofd?
“De ontlading was enorm. Het was alsof ik pas een minuut na de finish voelde dat ik helemaal kapot was en even letterlijk moest gaan liggen. Een bijzonder moment, waarin ik me even kon afsluiten van de hectiek.”
Heb je gedacht aan wat er acht maanden geleden gebeurde, toen je die zware knieblessure opliep in de Vuelta?
“Dat is niet het eerste waar ik aan dacht, maar in de emotie zal dat natuurlijk meegespeeld hebben. Sindsdien had ik niet meer gewonnen en als topsporter hunker je daarnaar.”
Je vrouw Sarah vertelde aan de finish nog een keer hoe moeilijk het allemaal was geweest de voorbije winter. Dat je misschien zelfs aan stoppen had gedacht.
“Ja, dat is niet eens overdreven. Deze winter was gewoon echt niet makkelijk. Toen ik in de Vuelta op de grond lag, voelde ik alle energie uit mijn lijf stromen. Ik wist: we staan opnieuw voor een lange revalidatie. Vallen is sowieso al moeilijk en die val in de Vuelta kwam er gewoon te snel na de tegenslag van het voorjaar. Al die ups-and-downs… We zijn zo vaak weg van huis en dan heb je soms het gevoel: ‘ik steek er zoveel in en ik krijg er zo weinig voor terug’. Als het niet lukt, is wielrennen gewoon moeilijk. Sarah heeft dat bij mij aangevoeld en gisteren is het allemaal naar boven gekomen.”
Speelde het voorbije voorjaar – met veel ereplaatsen, maar zonder overwinning – ook mee in de emotie?
“Daar heb ik gisteren nu eens niet aan gedacht. (lacht) Ondertussen kijk ik ook wel met een heel positief gevoel terug op de klassiekers. Er waren twee koersen waar er zeker meer in zat. Win ik Dwars door Vlaanderen, dan is het meteen een ander voorjaar. Maar bij mijn vierde plaatsen (in Ronde, Roubaix en Amstel, red.) haalde ik een superhoog niveau en waren de anderen gewoon nog beter. Zondag voelde het overigens ook een beetje als een klassieker. Door die setting vergat ik even dat ik in een grote ronde zat.”
Is de conclusie ook niet dat jij opnieuw de echte Strade moet rijden? De voorbije jaren opteerde je voor een hoogtestage in die periode.
“Dat wist ik vooraf eigenlijk al. Het is één van mijn favoriete wedstrijden, dus het was nooit makkelijk om die niet te rijden. Maar inderdaad: ik heb nu de bevestiging gehad dat ik van de Strade opnieuw een doel moet maken.”
Wat kan er nog voor jou in deze Giro? Heb je nog veel honger?
“Nu is de honger even gestild, bij de start van de tijdrit zal die alweer terug zijn. Ook daarna zijn er nog kansen. Etappe dertien naar Vicenza. En in de laatste week is er een overgangsetappe die wel of niet op een sprint zal uitdraaien. In de bergritten kan er misschien iets vanuit de vlucht, maar daarvoor moet ik nog een stuk beter worden.”
Je benadrukte het zondag al: je voelt je nog altijd niet de oude.
“Ik heb niet in één keer mijn beste benen terug, neen.”
Nochtans heb je de Strava-Kom te pakken voor het segment Via Santa Caterina tot aan de meet. Hoe kan dat als je niet je eens je beste benen hebt?
“Dat heb ik mij ook al afgevraagd. (lacht) Pogacar zal zijn files waarschijnlijk niet geüpload hebben na de Strade. Bovendien waren Isaac Del Toro en ik nog aan het strijden. Het is logisch dat je dan sneller rijdt dan iemand alleen. Isaac reed ook zo hard mogelijk om de trui te pakken. Het is niet dat we naar elkaar hebben gekeken.”
Niet gekeken, maar onderweg wel veel gepraat. Wat is er allemaal gezegd?
“Isaac vroeg een paar keer om over te nemen, maar ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik dat niet kon doen (omwille van klassementsman Simon Yates, red.). Dat begreep hij ook.”
Hoe ver sta je van je beste niveau? Welke vermogens kon je zondag trappen?
“Daar kan ik niks over zeggen, want op de eerste klim van de dag is mijn Garmin uitgevallen. Of beter gezegd: de sensor ontkoppelde. Ik heb niks van data. In sommige koersen zou dat niet handig zijn. In een langere klim zijn we toch echt gewoon om te pacen op vermogen. Maar zondag was het voor mij gewoon overleven in het wiel. Dan is het geen nadeel om geen gegevens te hebben.”
“Fysiek is het gevoel een stuk anders. In de eerste ritten was ik moe en herstelde ik niet. Het leek eerder bergaf te gaan dan bergop. Een week geleden vroeg ik me nog af: ‘Heeft het zin om verder te doen in deze Giro?’. Zeker de dag na de eerste rustdag speelde dat. Ik kreeg signalen dat ik erdoor kwam, maar toen viel die etappe naar Lecce echt tegen. Ik had slechte benen en voelde me ook heel moe, terwijl het helemaal geen lastige rit was. Voor etappe vijf moest het keren, anders was de Giro misschien gedaan. Raar om dat nu te zeggen, natuurlijk. Gelukkig is het gekeerd, al had ik zelf niet gedacht dat het succes zo snel zou komen.”