Vanmiddag op de vierde etappe van het Critérium du Dauphiné 2025 nemen wellicht de drie grootste kanshebbers op de gele trui in de Tour de France het deze zomer tegen elkaar op in een tijdrit die als het perfecte voorproefje dient. Maar wie komt er als sterkste uit de strijd: Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard of Remco Evenepoel?
“Een tijdrit is altijd een ijkpunt,” analyseert Sporza-commentator en ervaren wielerkenner José De Cauwer tijdens de uitzending van de Belgische zender. “Het wordt een echte test. Dat klimmetje — 2 km aan 9% — zal voor wat versnellingen zorgen. Het wordt interessant. Alle drie kunnen ze dit type tijdrit aan; ze hebben erop getraind.”
Volgens De Cauwer zullen er vandaag belangrijke Tourvragen beantwoord worden. “We krijgen een duidelijk beeld van hun huidige vorm. Een tijdrit is altijd een referentiepunt — het toont waar elke renner staat en wat er nog mogelijk is,” legt hij uit. “Als Remco wint — zeker als dat de 1000ste overwinning voor de Wolfpack is — zou dat geweldig zijn. Maar de grote vraag is dan: waar staat Vingegaard ten opzichte van Pogacar? En wat is het verschil tussen Pogacar en Evenepoel?”
“Of misschien wint Pogacar de tijdrit,” gaat De Cauwer verder in zijn overpeinzingen. “Dan zullen we de echte verschillen zien. De drie gaan alles geven om zo dicht mogelijk bij elkaar te blijven. Maar als één van hen een volle minuut pakt op de anderen — dan is er iets mis bij de andere twee.”
Hoewel alle ogen gericht zijn op die drie grote namen, is er ook de mogelijkheid dat een andere renner onverwacht opduikt. Na tijdwinst op etappe 3 via de vlucht, is Red Bull – BORA – hansgrohe’s grote klassementskopman Florian Lipowitz een mogelijke outsider.
“Moeten we hem als kandidaat voor het eindklassement beschouwen? Advocaat van de duivel spelend — top 3 kandidaat?” vraagt Sporza-collega Renaat Schotte. “Die extra 1 minuut en 17 seconden brengt hem mee in het gesprek,” erkent De Cauwer.
“Lipowitz zeker — hij was al een top 5 kandidaat. Als hij gisteren niet te veel geleden heeft en slim gebruik maakte van de 12 anderen in de vlucht, dan maakt hij een kans,” concludeert de ervaren Belgische analist.
“Hij heeft een minuut gewonnen, maar die heeft hij niet cadeau gekregen — hij heeft ervoor moeten werken. Het was een zware rit: gemiddeld 45 km/u in warme omstandigheden. Je zag het zout op de gezichten van de renners. En we hebben nog niet alles van Lipowitz gezien. Hij is er zeker één om in de gaten te houden. Je hebt de Grote Drie, en daar net achter zitten Buitrago, Lipowitz en nog een paar anderen.”
