Meedogenloze aanvallen en onvermoeibaar ploegenspel leveren Nederlandse ster welverdiende erkenning op
Mathieu van der Poel is uitgeroepen tot de strijdlustigste renner van de eerste week van de Tour de France 2025—een terechte beloning voor de tomeloze inzet en gedurfde rijstijl van de Nederlander tijdens de openingsetappes.
Vanaf dag één liet Van der Poel zich zien. Hij speelde een cruciale rol in de ritzege en de gele trui van ploegmaat Jasper Philipsen, waarbij hij zijn eigen kansen opofferde voor het teambelang. De dag erna kende hij zijn eigen glorieuze moment, toen hij zij aan zij met klassementskanonnen Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard Bologna binnenreed. Die indrukwekkende prestatie leverde hem zelfs kortstondig de felbegeerde gele trui op.
Maar Van der Poel was nog niet klaar. In etappe 6 sprong hij opnieuw mee in de vroege vlucht. Een gewaagde zet zo vroeg in de rit, maar het loonde: hij heroverde de gele trui met het kleinste verschil—slechts één seconde voor op Pogacar—ondanks een loodzwaar parcours dat het peloton tot het uiterste dreef.
Zijn meest gewaagde actie kwam echter in etappe 9. Samen met ploeggenoot Jonas Rickaert ging Van der Poel meteen bij de start in de aanval, op een dag die door velen als ‘typisch massasprintmateriaal’ werd beschouwd. Het duo trotseerde de verwachtingen en bleef bijna de hele etappe vooruit, om vervolgens op slechts 770 meter van de finish een laatste aanval te lanceren. Het werd een van de langste en moedigste ontsnappingen van de recente Tourgeschiedenis—173 kilometer pure aanvalslust.
Het is dan ook geen verrassing dat de strijdlustjury van de Tour, georganiseerd door wielerbond ‘X’, Van der Poel heeft verkozen tot strijdlustigste renner van de eerste week. De onderscheiding bekroont niet alleen zijn individuele inzet, maar maakt hem ook tot topfavoriet voor de prestigieuze Superstrijdlustprijs, die in Parijs wordt uitgereikt bij de slotceremonie.
Met nog twee weken koers te gaan, zijn alle ogen nu gericht op Van der Poel. Zal hij de Tour blijven kleuren met zijn onverschrokken aanvallen—en misschien wel meer dan alleen littekens meenemen naar Parijs?