Al meer dan een decennium leeft Rafal Majka in de slipstream van grootheid. Een klimmer met een indrukwekkend palmarès – drievoudig Touretappewinnaar, drager van de bolletjestrui en olympisch bronzenmedaillewinnaar – maar zijn verhaal wordt evenzeer gedefinieerd door zijn bereidheid om zich op te offeren voor anderen. Die rol, uitgevoerd met loyaliteit en stille vastberadenheid, bracht hem in de nabijheid van twee van de meest briljante en contrasterende kampioenen van de wielersport: Alberto Contador en Tadej Pogačar.

Wanneer men hem vraagt hen te vergelijken, is Majka’s antwoord veelzeggend: “Tadej praat minder maar wint meer.”Het is een uitspraak die zowel de generatieverschuiving in het wielrennen weerspiegelt als de nuances tussen twee kampioenen die hun tijdperk elk op hun eigen manier hebben gedefinieerd.
Contador, de Spaanse matador van de jaren 2000 en vroege 2010’s, was een renner die koerste met vuur en bravoure. Zijn aanvallen waren theatraal plotselinge versnellingen op steile hellingen, de beroemde ‘pistolero’-groet, de charisma van een man die net zozeer herinnerd wilde worden om zijn stijl als om zijn erelijst. Majka, die aan zijn zijde reed bij Tinkoff-Saxo, herinnert zich de ontembare energie van een leider die evenveel van zichzelf eiste als van zijn ploeg. Contador praatte voortdurend, smeedde plannen, spoorde ploeggenoten aan – soms vocht hij de koers net zo hard met woorden als met zijn benen.
Daartegenover staat Pogačar, met wie Majka sinds 2021 het shirt van UAE Team Emirates deelt. De Sloveen spreekt spaarzaam, houdt zijn emoties ingehouden en geeft zich zelden over aan flamboyantie. Maar zijn daden op de fiets zijn verwoestend. Op slechts 26-jarige leeftijd heeft hij al twee Tours de France, een Giro d’Italia, meerdere Monuments en wereldtitels verzameld – overwinningen die vaak moeiteloos lijken. Waar Contador floreerde in spektakel, blinkt Pogačar uit in kille efficiëntie.
Majka’s vergelijking is geen kritiek op de een of lofzang op de ander, maar een erkenning van evolutie. “Alberto moest ieder moment vechten, ook als hij niet de sterkste was. Tadej hoeft weinig te zeggen. Hij rijdt gewoon – en meestal is dat genoeg.”
Voor Majka betekende de overgang van Contador naar Pogačar ook een verschuiving in zijn eigen carrière. Niet langer de ambitieuze jongeling die zijn eigen klassementsdromen najoeg, maar de vertrouwde klimmer in dienst, de laatste man die Pogačar bijstaat in de hoge Alpen. Die rol past hem. Hij heeft vaak gezegd dat rijden voor Tadej zijn carrière verlengt en hem nieuwe motivatie geeft op een leeftijd waarop veel klimmers wegebben.
Toch klinkt er onder zijn bewondering ook een vleugje ontzag door. Nadat hij voor twee legendes reed, kan Majka als geen ander grootheid meten. Contador, benadrukt hij, was een krijger die zijn generatie kleur gaf. Maar Pogačar, met zijn kalme en meedogenloze winnaarsinstinct, lijkt misschien iets zeldzamers te zijn: een renner die tijdperken kan overstijgen, over alle terreinen, doorheen het hele seizoen.
Nu Majka zelf de schemering van zijn loopbaan nadert, is zijn erfenis verweven met die van hen. Een man die reed voor Contadors passie en voor Pogačars precisie, de trouwe knecht die talent hielp om geschiedenis te schrijven. En in zijn eenvoudige zin “Tadej praat minder maar wint meer” ligt het verhaal van het veranderende gezicht van de wielersport, van de ene legende naar de volgende.