Voor Wout van Aert is het doek gevallen over een nieuw lang, veeleisend seizoen een jaar dat niet werd gekenmerkt door individuele prijzen, maar door onvermoeibare onbaatzuchtigheid, opoffering en het soort werk dat zelden de krantenkoppen haalt, maar vaak de uitkomst van koersen bepaalt. De Belgische ster, al jaren een hoeksteen in de strategie van Team Visma–Lease a Bike, sloot zijn campagne af met een laatste blijk van loyaliteit: zichzelf volledig leeg rijden voor zijn ploeggenoten, voordat hij aankondigde dat zijn seizoen officieel voorbij is.

“Een vakantie, zeker zonder fiets,” lachte Van Aert toen hem werd gevraagd wat er nu volgt. Zijn toon was luchtig, maar droeg een onmiskenbare ondertoon van vermoeidheid — de uitputting van een man die alles heeft gegeven in een seizoen dat begon met ambitie en eindigde in dienstbaarheid.
De kalender van 2025 verliep allerminst vlekkeloos voor Van Aert. Vroege blessures en ziekte verstoorden zijn ritme en dwongen hem zijn doelen bij te stellen. Waar zijn naam aanvankelijk werd genoemd als kandidaat voor de voorjaarsklassiekers en zelfs de groene trui in de Tour de France, verschoof de focus. In plaats van persoonlijke triomfen na te jagen, nam Van Aert de rol van ultieme ploeggenoot op zich — beuken in waaiers, achtervolgen op vluchters en zijn leiders naar succes loodsen.
Soms was het een ondankbare taak. In een tijdperk waarin wielerfans snakken naar de duels tussen giganten als Tadej Pogačar, Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel, was Van Aert vaak de onzichtbare hand die de koers bepaalde. Zijn inspanningen leverden zelden persoonlijke zeges op, maar zijn stempel drukte hij wel degelijk op de successen van het team. “Ik wist dat mijn seizoen dit jaar anders zou zijn,” gaf hij toe. “Ik was niet op jacht naar de grote overwinningen. Mijn taak was ondersteunen, en daar heb ik alles voor gegeven.”
Zijn laatste koers van het jaar was daar een perfect voorbeeld van. Van Aert reed agressief vanaf de start, verbrandde zijn lucifers vroeg om de kansen van zijn ploeggenoten te beschermen. Aan de finish was hij volledig leeg, een schim van zichzelf de ultieme definitie van opoffering. “Dat was mijn seizoen in een notendop,” zei hij. “Alles geven, geen spijt.”
Nu staat Van Aert zichzelf voor het eerst in maanden toe om te stoppen. Alleen al de gedachte aan een vakantie — zonder trainingsschema’s, wattages of voedingsplannen lijkt hem opluchting te brengen. “Ik hou van wielrennen,” benadrukte hij, “maar nu heb ik afstand nodig. Geen fiets, alleen familie, vrienden en wat rust.”
Voor een renner die jarenlang meerdere rollen combineerde — sprinter, klassiekerspecialist, knecht, tijdrijder — is deze pauze meer dan verdiend. Zijn toekomst blijft echter veelbelovend. Op zijn 31e zit Van Aert nog steeds in zijn topjaren, en weinigen twijfelen eraan dat hij in 2026 met hernieuwde ambitie terugkeert, mogelijk op jacht naar de zeges die hem dit jaar ontglipten. Maar voorlopig is hij tevreden met een stap terug.
“Wielrennen verlaat je nooit helemaal,” mijmerde hij. “Maar eerst ga ik opladen. Na dit seizoen denk ik dat ik het verdiend heb.”
Van Aerts 2025 zal misschien niet herinnerd worden om zijn persoonlijke triomfen, maar wel als een bewijs van zijn karakter een renner die bereid is alles te geven voor anderen, om vervolgens waardig en uitgeput afstand te nemen, met de belofte van een welverdiende rust.