Wout van Aert gaf toe dat Remco Evenepoel simpelweg sterker en sneller was in het laatste uur van De Brabantse Pijl, en dat hij de snelheid en kracht miste om Evenepoels vastberadenheid en lange sprint na de klim naar Overijse bij te houden.

Van Aert heeft in 2025 nog geen enkele overwinning behaald en had moeite om competitief te zijn in de kasseiklassiekers, met een vierde plaats in de Ronde van Vlaanderen en in Parijs-Roubaix. Hij had de overwinning waarschijnlijk meer nodig dan Evenepoel, maar kon alleen zijn Belgische collega omhelzen na de finishlijn en het verlies accepteren.
“Natuurlijk had ik gehoopt te winnen, vooral in deze situatie, waar we naar de finish toe voor een sprint gingen,” zei Van Aert in het Nederlandse interview na de race.
“Maar ik had niets meer over. Remco heeft me langzaam gedood in het laatste uur. Het was al moeilijk om in de laatste ronde bij te blijven. Ik was eigenlijk al aan mijn limiet toen we aan de sprint begonnen.”
Van Aert ging in de aanval nadat zijn Visma-Lease a Bike-teamgenoot Tiesj Benoot een infernales tempo had gezet met 55 km te gaan, op de Hertstraat, de eerste van drie pijnlijke beklimmingen in de 19,8 km lange finishronde.
Evenepoel voegde zich bij hem en samen gebruikten ze de Moskesstraat en Holstheide om hun voorsprong uit te bouwen tot meer dan 30 seconden. De Brit Joe Blackmore (Israel-Premier Tech) slaagde erin zich bij hen aan te sluiten, maar werd gelost door een surge van Evenepoel op de laatste klim van de kasseien van de Hertstraat.
“Ik voelde me goed en heb geholpen om de race open te breken. Ik was geschokt dat er zo snel zo’n kloof was,” legde Van Aert uit.