Het wielerjaar 2025 wordt gekenmerkt door twee heel verschillende routes naar succes. Aan de ene kant staat Tadej Pogačar, de alleskunner die in staat is om etappekoersen, monumenten en de grootste kampioenschappen van de sport te winnen. Aan de andere kant is er Tim Merlier, de spurtspecialist van Quick-Step, die stilaan één van de indrukwekkendste seizoenen uit zijn carrière aan het opbouwen is. Nu de herfst nadert, heeft Merlier met zijn niets ontziende eindsprint zich tot op korte afstand van Pogačar genesteld in de strijd om het hoogste aantal zeges van dit jaar.

Voor Merlier draait 2025 volledig om consistentie. De Belgische sprinter floreert in de Quick-Step-ploeg, die opnieuw haar reputatie bevestigt als de formatie die een snelle man perfect kan lanceren. Terwijl Pogačar schittert met veelzijdigheid – met zeges in grote rondes, heuvelklassiekers en recent nog het wereldkampioenschap op de weg in Zürich – bouwt Merlier zijn seizoen etappe na etappe op. Zijn zegestand nadert inmiddels die van Pogačar, een bewijs van zijn dominantie in massasprints dit seizoen.
Veel van Merliers successen kwamen in de grote rondes, waar hij haast onklopbaar bleek in vlakke aankomsten. In de Giro stormde hij naar meerdere ritoverwinningen en hield hij renners als Jonathan Milan en Olav Kooij achter zich. Ook in de Tour de France herhaalde hij dat kunstje, waarbij hij Jasper Philipsen en Fabio Jakobsen in directe duels aftroefde. Zelfs in de Vuelta, waar vermoeidheid de pure sprinters vaak parten speelt, behield Merlier zijn scherpte om het af te maken. Zijn winstratio is zo hoog dat de leiding van Quick-Step hem inmiddels beschouwt als de meest betrouwbare afmaker van het peloton.
Pogačar daarentegen spreidt zijn zeges over een veel breder palet. Hij schreef klassiekers als **Luik-Bastenaken-Luik** en de Amstel Gold Race op zijn naam, domineerde opnieuw de Tour de France met een eindzege, en kroonde zich onlangs tot wereldkampioen in Zürich. Elk van zijn overwinningen draagt grote prestige, maar in loutere aantallen komt Merlier steeds dichterbij. De Belgische sprinter volgt nu op slechts enkele zeges, met de najaarsklassiekers en eendagskoersen nog op de kalender.
De strijd draait niet enkel om statistieken, maar benadrukt ook het fascinerende contrast tussen twee archetypes van de wielersport. Pogačar belichaamt de moderne superrenner, die bijna overal kan winnen, terwijl Merlier de klassieke sprinter blijft, wiens waarde afgemeten wordt aan het aantal keer dat hij als eerste over de streep komt op vlakke aankomsten. Beide stijlen dwingen respect af, en in 2025 hebben ze elkaar tot nieuwe hoogtes gestuwd.
Met Quick-Step dat mikt op meer succes in het naseizoen en UAE Team Emirates dat Pogačar na zijn regenboogtrui waarschijnlijk wat rust zal gunnen, zou Merlier het jaar nog kunnen afsluiten als de meest succesvolle winnaar van het peloton. Mocht dat lukken, dan is het een opmerkelijke prestatie: een herinnering dat pure sprintkracht nog altijd telt in een tijdperk dat gedomineerd wordt door allrounders.
Of hij Pogačar nu voorbijsteekt of niet, Merlier heeft dit jaar al het beste seizoen van zijn carrière gereden – en bewezen dat snelheid, op het juiste moment uitgespeeld, nog steeds het verhaal van een wielerjaar kan bepalen.