Voor Wout van Aert is de Super 8 Classic niet zomaar een Belgische eendagswedstrijd – het is het slothoofdstuk van een lang en slopend seizoen, één laatste kans om zich te tonen voor het thuispubliek voordat de winter aanbreekt. De vraag blijft hangen: kan hij nog eenmaal voldoende vuurkracht oproepen om de overwinning te grijpen op zijn laatste racedag van 2025?

De Super 8 Classic is een relatief jonge koers op de Belgische najaarskalender, maar haar karakter is onmiskenbaar klassiek. Kronkelend door de wegen van Noord-Brabant en Vlaanderen vormt het parcours een microkosmos van alles waar Belgische wielerfans van houden: kasseistroken, steile hellingen en een meedogenloos ritme dat aarzeling bestraft. Hoewel niet zo prestigieus als de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix, is de Super 8 uitgegroeid tot een slagveld voor renners die na het WK en de Vuelta nog ambities hebben.
Het parcours is ontworpen om pure sprinters te frustreren en opportunisten te breken. Korte, venijnige klimmetjes – vaak minder dan twee kilometer maar steil en explosief liggen verspreid over de route. Voeg daar de kasseien en de kronkelende landelijke wegen aan toe, en het wordt een uitputtingsslag. Positie kiezen is cruciaal; fouten kunnen minuten kosten en valpartijen liggen altijd op de loer in de hectische strijd om ruimte. De finale rondes zijn traditioneel op maat gesneden voor renners die gedijen op herhaalde versnellingen en scherp blijven tot diep in de finale.
Precies dat terrein is waar Van Aert zijn reputatie heeft opgebouwd. Op zijn best is hij een Zwitsers zakmes op de fiets: hij kan met de klimmers mee omhoog, de kasseispecialisten volgen op het pavé en de sprinters kloppen aan de meet. Zijn veelzijdigheid is legendarisch, maar ook een last. Tegen de tijd dat de Super 8 wordt gereden, heeft Van Aert meestal een slopend seizoen achter de rug balancerend tussen voorjaarsklassiekers, rol in de Grote Rondes en internationale verplichtingen.
Ook dit jaar was geen uitzondering. Van Aert kende pieken aanvallend rijden op de kasseien, een sterke Tour de France, olympische glorie maar ook tegenslagen: blessures, tactische frustraties en de onvermijdelijke vergelijkingen met rivalen als Mathieu van der Poel en Tadej Pogačar. De Super 8 biedt hem een zeldzaam podium om voor zichzelf te rijden, om af te sluiten met een gebaar, en misschien twijfels over vermoeidheid weg te nemen.
De finale van het parcours ligt hem, als hij nog energie overheeft. De korte klimmetjes zullen de zwaardere sprinters lossen, en zijn eindschot blijft een van de dodelijkste wapens van het peloton. Maar veel hangt af van de tegenstand. Renners die het naseizoen oversloegen om fris te blijven Belgische kanshebbers, klassiekerspecialisten op zoek naar eerherstel of jonge talenten die zich willen tonen kunnen het voordeel hebben van scherpere benen.
Toch heeft Van Aert vaak het beste gepresteerd wanneer hij vrijuit kon koersen, zonder de verstikkende verwachting van een verplichte zege. In de Super 8 zijn de belangen eerder persoonlijk dan historisch. Het gaat om afsluiten op zijn eigen voorwaarden, en nog eenmaal tonen waarom hij tot de meest complete renners van zijn generatie wordt gerekend.
Wanneer het peloton de kasseien opdraait voor één laatste dans in België, gaat het niet alleen om de vraag of Wout van Aert kan winnen maar of hij de tol van een heel seizoen kan omzetten in een ultieme flits van brille. Een overwinning hier zou zijn erfenis niet herdefiniëren, maar wel hem en zijn fans het perfecte slotakkoord van 2025 schenken.