Jan Ullrich heeft Tadej Pogacar de loftrompet gestoken na de laatste demonstratie van de Sloveen in het Critérium du Dauphiné. Hij beschreef diens sprintzege en allround capaciteiten als “fascinerend” en typerend voor hoeveel het professionele wielrennen veranderd is sinds zijn eigen tijd.
In zijn podcast *Ulle & Rick* blikte de voormalige Tour de France-winnaar terug op Pogacars recente overwinning en de evolutie van de sport. Hij vergeleek dit met de wedstrijdstijl en trainingsmethoden uit de late jaren ’90 en vroege jaren 2000, toen hij zelf actief was.
“Vroeger deden we dingen zonder doel. We maakten kilometers om maar kilometers te maken, en dat was een fout,” aldus Ullrich. “In mijn tijd kon je op je 24e nog prof worden; tegenwoordig is dat te laat. Alles is veranderd.”
Pogacar, 26 jaar oud, lijkt op koers te liggen voor zijn vierde Tour de France-titel volgende maand en heeft dit voorjaar al twee Monumenten gewonnen: Luik–Bastenaken–Luik en de Ronde van Vlaanderen – een prestatie die in Ullrichs tijd ondenkbaar was voor een klassementsrenner. Maar het was vooral Pogacars sprintzege in de Dauphiné die Ullrich verraste, waarbij hij Mathieu van der Poel, Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel klopte.
“Ik kon het niet geloven, fascinerend, dat Pogacar won in de sprint verraste me enorm. Dat had ik nooit gedacht. Pantani of ik zouden nooit voor een sprint gegaan zijn, ik heb dat nooit geoefend, wij hadden die snelheid niet.”
“Hij deed het lijken alsof het niets was” – Geraint Thomas onder de indruk van Pogacars verpletterende Dauphiné-zege
Ullrichs opmerkingen benadrukken de alomvattende dominantie die tegenwoordig van moderne klassementsrenners wordt verwacht – van soloritten in de bergen tot sprints bergop en kasseiklassiekers. Pogacars veelzijdigheid, zowel qua terrein als stijl, heeft de verwachtingen van wat een Grote Ronde-kampioen moet zijn volledig hertekend.
Ullrich sprak ook over hoe het koersverloop vandaag de dag wordt bepaald door een veel agressiever peloton en een meedogenloos hoog tempo. “Wij hadden die snelheid niet; tegenwoordig duwt elk team vanaf ver voor de finish. In onze tijd waren het enkel de geïnteresseerde ploegen,” zei hij. “De knechten van nu zijn krachtpatsers die 50 km/u of meer rijden. Het is mooi om te zien, maar voor mij is het te veel.”
Met zijn overwinning in de Dauphiné, amper een maand na zijn derde zege in Luik, lijken Pogacars voorbereidingen op de Tour de France perfect te verlopen. De race start op 5 juli, en hij is dé topfavoriet voor nog een gele trui – met niet alleen zijn concurrenten, maar zelfs oud-kampioenen die amper kunnen geloven wat ze zien. Maar kan iemand hem echt stoppen?
