Als Peter Sagan over de groene trui spreekt, luister je. De Slowaakse superster is tenslotte de meest succesvolle winnaar van het puntenklassement in de Tour de France ooit, met een recordaantal van zeven groene truien — een bewijs van zijn veelzijdigheid, consistentie en pure vechtlust gedurende drie weken koers. Dus als Sagan zegt dat Mathieu van der Poel (MVDP) groen kan winnen, is dat geen loze lof. Het is een symbolische fakkel die hij doorgeeft — als de Nederlander besluit hem aan te nemen.

“MVDP heeft alles wat je nodig hebt om de puntentrui te winnen,” zei Sagan onlangs toen hem werd gevraagd naar de kansen van van der Poel. “Hij is snel, agressief, explosief op de punchy aankomsten, en sterk genoeg om de zware etappes te overleven waar de pure sprinters gelost worden. Dat is het recept voor groen — maar het zit ook in je hoofd. Je moet het élke dag willen.”
En dat kan Sagan weten. Voor hem was de strijd om groen nooit alleen een kwestie van massasprints winnen. Het ging erom overal punten te sprokkelen — bij tussensprints, op lastige aankomsten bergop, in ontsnappingen wanneer de pure sprinters er niet meer bij waren. Het vroeg om tactisch vernuft en de wil om te lijden op momenten dat anderen gas terugnamen om krachten te sparen voor de volgende dag.
In veel opzichten is van der Poel uit hetzelfde hout gesneden. Weinig renners maken een koers zo levendig als hij. Of hij nu solo aanvalt op een gravelstrook, een lange aanval inzet op de kasseien, of een steile helling opknalt — hij koerst met een nietsontziende flair die fans bewonderen. Maar diezelfde flair heeft hem vaak weggetrokken van de strijd om de punten. Voor MVDP kwamen de gele trui, ritwinst, of simpelweg spektakel maken voor de fans altijd op de eerste plaats.
“Mathieu koerst met zijn hart, en dat maakt hem bijzonder,” zegt Sagan. “Als hij berekenend zou willen zijn, zich elke dag op de sprints en tussensprints richten, dan kan hij groen winnen. Maar wil hij dat? Dat is aan hem.”
De afgelopen jaren is de strijd om de groene trui veranderd. Terwijl pure sprinters zoals Mark Cavendish of Jasper Philipsen groen dragen dankzij dominante massasprints, zou een veelzijdige renner als MVDP — sterk op klassiekersterrein en in staat om punten te sprokkelen als de weg omhoog loopt — hen over drie weken kunnen verschalken, precies zoals Sagan dat zo vaak deed.
Maar de groene trui vraagt toewijding. Het betekent punten sprokkelen op vlakke dagen en vechten in de bergen om binnen de tijd te blijven. Het betekent sprinten terwijl je benen leeg zijn en je hoofd schreeuwt om een rustdag. Het is het lange spel spelen, dag na dag, drie weken lang zonder genade.
Heeft MVDP wat ervoor nodig is? Sagan glimlacht bij de vraag. “Natuurlijk. Als hij het wil — kan hij het pakken.”