Voor de meeste wielrenners is het winnen van één wereldtitel een levenslange droom. Voor Eddy Merckx, de Belgische legende die vaak wordt beschouwd als de grootste wielrenner aller tijden, was het een prestatie die hij niet één, maar drie keer** bereikte in 1967, 1971 en 1974. Elke regenboogtrui vertelde een ander verhaal, niet alleen over overwinningen, maar ook over de evolutie van een kampioen wiens dominantie een heel tijdperk definieerde.

Merckx’ eerste wereldtitel kwam in Heerlen, Nederland, in 1967, toen hij pas 22 jaar oud was. Destijds was hij een rijzende ster die zich nog moest bewijzen tussen de ervaren profs. De race was uitputtend, met lange beklimmingen en zware ronden, maar Merckx’ jeugdige honger en tactische scherpte kwamen duidelijk naar voren. In het Belgische driekleurige tricot viel hij aan met nietsontziende ambitie en kwam hij solo over de finish een aankondiging aan de wereld dat een nieuw tijdperk was begonnen. Die eerste regenboogtrui symboliseerde puur talent, de geboorte van “De Kannibaal” een bijnaam die hij al snel zou verdienen door zijn onverzadigbare honger naar overwinning.
In 1971 was Merckx al een levende legende. Hij had meerdere Tours de France, Giro’s d’Italia en talloze klassiekers gewonnen. Het WK in Mendrisio, Zwitserland, bood een parcours dat perfect aansloot bij zijn agressieve stijl heuvelachtig, selectief en veeleisend. Dit keer was Merckx niet alleen de sterkste, maar ook de slimste. Wetend dat zijn rivalen elk van zijn bewegingen zouden volgen, controleerde hij de koers met precisie voordat hij in de slotkilometers een beslissende aanval plaatste. Toen hij zijn armen hief bij de finish, was het niet zomaar een overwinning het was een machtsverklaring. Zijn tweede regenboogtrui stond voor volwassenheid en meesterschap: Merckx was getransformeerd van een onverschrokken talent tot een allesverpletterende kracht.
En dan kwam 1974, zijn laatste wereldtitel een passend hoogtepunt van zijn schitterende carrière. De wedstrijd in Montréal, Canada, was historisch: het was de eerste keer dat het WK buiten Europa werd gehouden. Merckx arriveerde moe na een lang seizoen, maar zijn competitieve vuur brandde nog steeds fel. Tegen een sterk deelnemersveld met onder anderen Felice Gimondi en Raymond Poulidor leverde hij opnieuw een demonstratie van uithoudingsvermogen en intelligentie. In de slotfase versloeg Merckx zijn medevluchters in de sprint en veroverde zo zijn derde titel. Die overwinning bekroonde wat velen beschouwen als zijn grootste seizoen, waarin hij ook de Giro d’Italia, de Tour de France en nu het Wereldkampioenschap won een ongeëvenaarde trilogie in de wielergeschiedenis.
Decennia later, wanneer er foto’s opduiken van Eddy die trots poseert naast zijn drie originele regenboogtruien, roepen ze meer op dan enkel nostalgie. Ze zijn symbolen van de gouden wielertijd, toen moed, doorzettingsvermogen en grenzeloze ambitie de sport bepaalden. Elke trui draagt de herinnering aan een andere Merckx: de gedurfde jongeling van ’67, de meesterlijke strateeg van ’71 en de doorgewinterde kampioen van ’74. Samen vormen ze een portret van uitmuntendheid dat de tand des tijds doorstaat.
Voor fans en wielerhistorici zijn deze truien meer dan slechts stof — het zijn stukjes sportgeschiedenis. Ze herinneren ons aan een man die nooit genoegen nam met genoeg, wiens streven naar perfectie ongeëvenaard blijft. Eddy Merckx en zijn drie regenboogtruien zijn meer dan herinneringen het zijn monumenten van grootsheid zelf.