Tadej Pogacar had absoluut geen genade voor zijn tegenstanders in Luik-Bastenaken-Luik en verdedigde met succes zijn titel van vorig jaar. Wat maakt deze overwinning zo bijzonder? Pogacar staat nu alleen nog achter Eddy Merckx en Roger de Vlaeminck wat betreft het aantal gewonnen Monumenten.

Zijn ploeggenoten van UAE Team Emirates – XRG deden opnieuw uitstekend werk om de aanval van de Sloveen op La Redoute voor te bereiden. En toen het beslissende moment aanbrak, kon niemand in het peloton antwoorden. Florian Vermeersch keek de race op dat moment al vanuit de teambus, aangezien zijn werk er al vroeg op zat.
“Wanneer stop jij met wielrennen?” – Ben Healy stelt Tadej Pogacar de vraag die het hele peloton zich stelt na Luik-Bastenaken-Luik 2025.
“Ik had zelf niet de beste benen, maar het team heeft gewonnen en dat is het belangrijkste,” zei Vermeersch onder meer tegen Wieler Revue na Luik-Bastenaken-Luik. “Ik had gehoopt iets beter te zijn. Het was gewoon een lange lente en na Parijs-Roubaix werd ik ziek. Misschien had mijn lichaam wat moeite met herstellen. Maar ik had een mooie lente.”
“Na overwinningen is Tadej altijd heel dankbaar, zelfs een beetje bescheiden. Heel mooi om te zien. Er staat vanavond niets gepland met het team. Ik ga met de auto naar huis en de rest vliegt ook naar huis. We wachten op Tadej en drinken dan misschien nog een biertje.”
Pogacars prestatie in Parijs-Roubaix verraste Vermeersch het meest deze lente. “Als hij niet was gevallen, had hij waarschijnlijk met Van der Poel gefinisht. Dat is heel indrukwekkend voor zijn gewicht. Ja, hij is misschien zelfs beter dan ik dacht, maar aan de andere kant zit ik al jaren in het peloton, dus natuurlijk wist ik het ook wel.”
Het is dus des te indrukwekkender om Pogacar van dichtbij aan het werk te zien, vindt Vermeersch. “In training en wedstrijden rijdt hij soms met zo’n gemak. Maar hij heeft ook laten zien dat hij menselijk is, want in de Amstel had hij het enorm moeilijk. Dat hij dan zo terugkomt in de Waalse Pijl en Luik is indrukwekkend. Ongezien wat hij kan doen.”
Pogacar heeft nu negen Monumenten gewonnen en moet alleen Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck voor zich dulden.
“Het is moeilijk voor mij om te vergelijken, maar het gemak, tussen aanhalingstekens, waarmee hij rondrijdt is ongezien. Ik zou het niet erg vinden om de geschiedenis in te gaan als een hele goede helper van Tadej. Ik ben heel tevreden met de rol die ik nu heb.”
Tijdens trainingen ziet Vermeersch van dichtbij dat Pogacar soms het wielrennen overstijgt. “Ja, soms denk ik dat we iemand van de beveiliging nodig hebben,” lacht hij. “Soms is het bizar om te zien hoeveel fans hij heeft. Maar dat hij nu al derde staat op de lijst van meeste overwinningen in Monumenten… Hij is gewoon de grootste ster in het wielrennen.”