De werkplaats was stil, behalve het tikken van een oude wandklok en het zachte metalen echootje van een ketting die aan een haak bungelde. Eddie Merkx — een man van wie de naam ooit weerklonk langs kronkelende wegen, steile bergpassen en drukke velodrooms — zat naast een fietsframe dat hem door seizoenen van glorie en schaduw had gedragen. Zijn vingers gleden over het koude staal, en in zijn ogen dansten herinneringen die te groot waren om in trofeeën te meten.

“Mijn fiets heeft verschillende overwinningen met mij geregistreerd die ik niet kan vertellen,” mompelde hij, bijna tegen zichzelf. Het was geen bescheidenheid; het was eerbied. Er zijn triomfen die de wereld nooit ziet — de ochtendlijke ritten vóór zonsopgang wanneer vermoeidheid met hoop worstelde, de eenzame beklimmingen zonder juichende menigte, de sprints die hij won niet tegen tegenstanders, maar tegen angst, twijfel en de last van verwachtingen. Overwinningen zonder medailles, alleen littekens en wijsheid.
Eddie tilde de fiets lichtjes op en voelde het vertrouwde evenwicht, het stille gezelschap dat hem door continenten van ambitie had gedragen. Voor anderen was het slechts een machine. Voor hem was het een getuige — een partner die hem nooit verried, een drager van zweet, adem en vastberadenheid.
“Er waren dagen,” vervolgde hij, “dat de wereld dacht dat ik klaar was. Wanneer de benen zwaar waren, de pers luid, en de wegen langer leken dan ooit.” Hij pauzeerde, een nostalgische halfglimlach vormde zich op zijn lippen. “Maar wielrennen leert je één ding beter dan welke sport dan ook: de kunst van herlanceren.”

Herlanceren — de stille herstart, de weigering om de moed met pensioen te sturen. Elke val, elke mislukking, elk moment waarop nederlaag definitief leek… het waren simpelweg uitnodigingen om opnieuw op te staan. Eddie had geleerd de weg niet als vijand te zien, maar als mentor. En elke comeback, klein of groot, vormde hem meer dan welke publieke overwinning ook.
“Mijn verhaal is nog niet voorbij,” zei hij, terwijl hij een bout op het frame aandraaide alsof hij het beloofde moment vastzette. “De wereld denkt dat het leven van een wielrenner eindigt wanneer de podia vervagen. Maar de waarheid is: dan begint het echte fietsen pas.” Hij sprak over nieuwe doelen, nieuwe horizonten, nieuwe uitdagingen — niet op het wereldtoneel, maar in de rustigere arena’s van persoonlijke zingeving. Hij droomde ervan zichzelf steeds opnieuw te herlanceren, niet als de kampioen die anderen ooit in hem zagen, maar als de renner die hij diep vanbinnen altijd was geweest.
Zijn stem werd steviger. “Ik zal blijven herlanceren. Niet omdat ik iets moet bewijzen. Maar omdat beweging leven is, en de weg altijd terugroept wie bereid is te luisteren.”
In die stille werkplaats, omringd door gereedschap, herinneringen en de lichte geur van olie, maakte Eddie Merkx zich klaar om opnieuw in het zadel te stappen — niet om het verleden te herschrijven, maar om verder te fietsen naar een toekomst waarin elke zonsopgang een nieuwe start biedt en elke weg fluistert: rij weer.













