Mathieu van der Poels vroege seizoensprogramma lijkt misschien met een hete naald in elkaar gezet, maar Michel Wuyts probeert het grotere plaatje te zien achter Van der Poels beslissing om Strade Bianche over te slaan en in plaats daarvan de Tirreno-Adriatico te rijden. Volgens de analist bereidt Van der Poel zich zorgvuldig voor op Milaan-Sanremo.
Bij Tirreno vindt hij twee mooie etappes waarin hij zijn paraatheid voor het eerste Monument van het seizoen 2025 kan testen. “Op die eerste dag heb je een verlengstuk [van de Poggio en Cipressa] en op de tweede dag is er nog een afdaling,” verwijst hij naar etappe 3 en 5 in de podcast Wuyts & Vlaeminck.
Afhankelijk van hoe die tests verlopen, is Wuyts niet bang om de Nederlander als topfavoriet voor La Primavera te bestempelen. “Dat zijn etappes die hij moet aankunnen. Laten we zeggen dat het een tweevoudige verlengde Poggio is. Dat lijkt mij een uitstekende oefening voor Milaan-Sanremo, die hij trouwens zal winnen. Ik durf dat nu al op te schrijven. Voeg er ook maar aan toe dat het een eitje wordt.”
De grootste rivaal zal normaal gesproken Tadej Pogačar zijn, die volgens Wuyts nog steeds last zal hebben van zijn val in Strade Bianche. “Dat heeft ook psychologische gevolgen. Ik maak me zorgen over het gedeelte op de Poggio. Je gaat me niet vertellen dat als je zo’n val hebt meegemaakt, dat volledig uit je hoofd is verdwenen.”
Wuyts vervolgt: “Dat je niet twee keer nadenkt bij het aansnijden van vergelijkbare bochten, die op de Poggio zelfs nog scherper zijn. Ik denk dat je Milaan-Sanremo meer wint in de afdaling dan in de laatste vijfhonderd meter.”
Wuyts staat niet alleen in deze theorie, zegt hij. “Die val zou zijn kansen in Milaan-Sanremo een beetje in gevaar kunnen brengen, ja. En ik heb afgelopen weekend naar Karsten Kroon geluisterd en hij was dezelfde mening toegedaan. Kroon corrigeerde zichzelf en zei: ‘Dat zou bij mij in ieder geval het geval zijn geweest.'”