Voor een renner die zijn naam al in de gouden bladzijden van het wielrennen heeft geschreven, zijn er maar weinig dingen die Mathieu van der Poel nog sprakeloos maken. Hij won monumenten, droeg de regenboogtrui en tilde de familietraditie naar nieuwe hoogten. Toch zegt de Nederlander dat één moment, ver weg van de koers, tot de meest onverwachte en emotionele van zijn carrière behoort: de dag dat Eddy Merckx, door velen beschouwd als de grootste renner aller tijden, hem een vintage fiets als persoonlijk cadeau overhandigde.

“Het was schokkend, in de best mogelijke betekenis,” herinnert Van der Poel zich. “Ik had nooit gedacht dat ik een stukje wielergeschiedenis in mijn bezit zou hebben—zeker niet eentje die rechtstreeks van Eddy zelf kwam.”
Het cadeau was geen gewoon frame of retroshowstuk. Merckx, die in de jaren zestig en zeventig het wielrennen domineerde met een onverzadigbare honger naar overwinningen—en daarmee de bijnaam De Kannibaal verdiende—schonk Van der Poel een gerestaureerde Eddy Merckx-fiets, een model uit zijn persoonlijke collectie. Voor Van der Poel betekende het meer dan een symbolisch gebaar. “Als je opgroeit in het wielrennen is Merckx een mythische figuur, bijna onaantastbaar. Om iets te ontvangen dat van hem is geweest, uit zijn handen, was onwerkelijk. Het voelde alsof ik een stukje van de ziel van de sport erfde.”
De verrassing vond plaats tijdens een privéontmoeting, weg van camera’s en podia. Van der Poel, die net als Merckx niet alleen een ontembare drang naar aanvallen deelt maar ook de zeldzame gave om op meerdere terreinen te schitteren—op de weg, in het veld en zelfs op de mountainbike—was diep geraakt door de erkenning. “Eddy zei me dat hij bewonderde hoe ik koers, hoe ik zonder angst aanval. Dat alleen al was overweldigend. Maar toen hij de fiets tevoorschijn haalde, kon ik het niet geloven.”
Van der Poel omschreef de fiets als een tijdcapsule, perfect onderhouden met de originele stalen buizen, de iconische Merckx-geometrie en de klassieke kleuren. “Ik durfde hem eerst niet eens aan te raken,” zei hij glimlachend. “Het was alsof je een onbetaalbaar schilderij in handen kreeg. Tegelijkertijd voelde ik bijna de geschiedenis in het frame—de overwinningen, de trainingsritten, de essentie van een ander tijdperk.”
Voor een renner wiens vader, Adrie van der Poel, en grootvader, Raymond Poulidor, hun eigen plaats in de wielergeschiedenis hebben veroverd, droeg het geschenk een diepere betekenis. Het verbond generaties—verleden en heden—door de gedeelde strijd op de weg. “Mijn grootvader reed tegen Merckx. Mijn vader groeide op in diezelfde schaduw. En daar stond ik dan, met Eddy, een fiets vasthoudend die deel uitmaakte van die tijd. Het verbond alles voor mij.”
In een carrière vol trofeeën en truien zegt Van der Poel dat dit persoonlijke gebaar erbovenuit steekt. “Overwinningen zijn openbaar, iedereen ziet ze. Maar dit soort momenten—erkend worden door de legendes die je voorgingen—zijn persoonlijke schatten. Die draag je voor altijd mee.”
Terwijl Van der Poel verder jaagt op zijn eigen onsterfelijkheid in het wielrennen, staat de vintage Eddy Merckx-fiets veilig in zijn collectie, niet alleen als relikwie, maar als herinnering. “Ze herinnert me eraan dat, zelfs in dit moderne tijdperk, de ziel van het wielrennen tijdloos is. En dat ik een stukje daarvan bij me mag dragen—dat is eerlijk gezegd een van de meest schokkende en ontroerende momenten van mijn leven.”