Maandenlang gonste het van de speculaties rond Wout van Aert’s programma na het wegseizoen. Zou hij een lange rustperiode nemen na een loodzware campagne, waarin hij de kasseiklassiekers, de Tour de France én de Olympische Spelen combineerde? Of zou hij de fans geven waar ze naar verlangden: een terugkeer naar de modderige arena’s van het veldrijden, de discipline die hem een wereldnaam maakte?

Donderdag doorbrak Van Aert eindelijk de spanning. Met de kalme zekerheid die zijn carrière kenmerkt, bevestigde de Belgische ster: “Ik zal veldrijden.” De uitspraak, eenvoudig maar krachtig, deed onmiddellijk de sociale media ontploffen en stuurde een golf door zowel de weg- als de veldritwereld.
Voor Van Aert is veldrijden nooit een afleiding geweest. Het is zijn fundament. De scherpe bochten, brute versnellingen en meedogenloze ritmes hebben hem gevormd tot de veelzijdige renner die de velodroom van Roubaix kan veroveren in de ene maand en een massasprint kan betwisten in de volgende. Toch twijfelden velen of hij, na zijn zware wegcampagne in 2025, het risico zou nemen om zijn seizoen te verlengen met de kille, veeleisende winterdiscipline.
Maar Van Aert floreert bij uitdagingen. Zijn woorden waren meer dan een programma-aankondiging – het was een statement van identiteit. Hij is niet slechts een wegrenner die af en toe veldrijdt. Hij is een wielrenner wiens DNA geschreven staat in modder en gras, wiens rivaliteit met Mathieu van der Poel gesmeed werd tijdens ijzige decembermiddagen, lang voor het spotlicht van de Tour de France.
De timing van zijn terugkeer is veelzeggend. Dat hij vroeger dan verwacht terugkeert, toont dat Van Aert zich zowel fysiek als mentaal klaar voelt. Voor de fans betekent het dat er opnieuw duels met Van der Poel kunnen komen in de aanloop naar het Wereldkampioenschap. Voor België betekent het dat hun meest veelzijdige atleet de fakkel blijft dragen over meerdere disciplines.
Er is ook een emotionele dimensie. Na een wegseizoen waarin het geluk hem vaak in de steek liet – mechanische pech, valpartijen en tactische teleurstellingen – voelt Van Aert’s terugkeer naar het veld als een reset. In de modder bepaalt hij zijn eigen lot. Er zijn minder teamdynamieken, minder politiek. Alleen renner tegen renner, fiets tegen elementen.
Zijn aankondiging komt op een moment dat het veldrijden zelf wereldwijd meer aandacht krijgt. De aanwezigheid van Van Aert en Van der Poel tilt elke wedstrijd naar een hoger niveau, maakt van regionale duels wereldwijde spektakels. Organisatoren weten het, omroepen weten het, en fans wereldwijd omcirkelen al data op de kalender.
Van Aert heeft altijd pragmatisme en ambitie gecombineerd. Hij weet dat hij niet elke cross kan rijden, en zijn programma zal zorgvuldig worden opgebouwd. Maar het simpele feit dat hij opnieuw aan de start zal verschijnen – zo snel na een van de meest veeleisende wegseizoenen uit zijn carrière – is genoeg om de sport te elektrificeren.
“Ik zal veldrijden.” Met die drie woorden bevestigde Wout van Aert niet alleen zijn aanwezigheid – hij herbevestigde zijn essentie. Waar de modder dik ligt en de balken opdoemen deze winter, daar zal de Belg staan, zijn legende voortzettend in alweer een nieuw hoofdstuk.