Toen het stof was neergedaald op Etappe 9 en het gejuich van het publiek vervaagde in de warme zomerbries, wist Jonas Rickaert precies wie net zoveel lof verdiende als hijzelf — misschien zelfs meer. Voor de renner van Alpecin-Deceuninck was de etappezege niet zomaar een persoonlijk hoogtepunt, maar het resultaat van teamwork, vertrouwen en de onvermoeibare klasse van één man: Mathieu van der Poel.

„MVDP is een ongelooflijke wielrenner — dat weet iedereen,” zei Rickaert, zijn stem nog steeds vol van de spanning van de dag. „Maar wat veel mensen niet zien, is hoeveel hij geeft voor anderen. Ik was nooit als eerste over de streep gekomen zonder hem vandaag.”
Etappe 9 was geen typisch sprintersfeest of heroïsche bergrit. Het was een meedogenloze dag met zijwind, venijnige klimmetjes en ontsnappingen die weigerden op te geven. Voor Rickaert, die meestal in dienst van anderen rijdt, was de kans om zelf voor de overwinning te gaan zeldzaam — en hij wist dat hij alle hulp nodig zou hebben om het waar te maken.
Daar kwam Mathieu van der Poel — een renner wiens naam op zich al de dynamiek in een peloton kan veranderen. MVDP reed als een bezetene, controleerde de kop, haalde gevaarlijke uitlooppogingen terug en schermde Rickaert af van de chaos erachter. Meer dan eens dichtte hij gaten toen rivaliserende ploegen probeerden het tempo te breken, terwijl hij zichzelf opofferde in de wind zodat Rickaert fris kon blijven voor de finale.
„Het is één ding om zelf sterk te zijn,” legde Rickaert uit. „Maar het is iets heel anders als één van de sterkste renners ter wereld zich volledig inzet om jou sterker te maken. Mathieu hield niet alleen aanvallen tegen — hij bepaalde hoe de koers verliep. Hij dwong andere ploegen te reageren. Hij maakte mijn taak simpel: vasthouden, hem vertrouwen en klaar zijn om het af te maken.”
Toen ze de laatste kilometers ingingen, was Van der Poel er nog steeds, schreeuwend instructies, een pad vrijmakend en zelfs zijn eigen kans op een late soloaanval opofferend, zodat Rickaert op het perfecte moment kon demarreren. Het was een meesterklas in onbaatzuchtigheid van een renner die moeiteloos zelf de krantenkoppen had kunnen pakken — maar ervoor koos dat niet te doen.
„Mensen vragen altijd wat Mathieu zo bijzonder maakt,” zei Rickaert met een glimlach. „Het zijn niet alleen de overwinningen of die gekke aanvallen — het zijn dagen zoals vandaag. Hij weet wanneer hij de held moet zijn die iedereen ziet, en wanneer hij de held moet zijn die alleen zijn ploeggenoten zien. Dat is echte klasse.”
Toen Rickaert op het podium zijn winnaarstrui aantrok, voelde hij zich niet alleen. Hij voelde dat hij daar stond voor het hele team — en vooral voor de man die het mogelijk maakte.
„Vandaag stond mijn naam in de uitslag,” zei hij. „Maar er zouden eigenlijk twee namen moeten staan. Zonder MVDP was dit nooit gebeurd. Hij is een ongelooflijke wielrenner — en nog een betere ploegmaat.”