De Nederlandse WorldTour-renner Ide Schelling zegt dat zijn motor simpelweg niet groot genoeg meer is.
Vanmorgen begon Geraint Thomas aan zijn laatste profkoers. Een groot en emotioneel moment aan het einde van een indrukwekkende carrière die 20 seizoenen beslaat. Wanneer hij zondag in zijn thuisstad Cardiff de Tour of Britain Men beëindigt, zullen er waarschijnlijk maar weinig droge ogen te vinden zijn.
En zo hoort het eigenlijk ook. Misschien meer dan bij veel andere carrières begint profwielrennen als een droom en wordt het een identiteit, een manier van leven. Het afscheid nemen is daarom vaak pijnlijk. Maar niet altijd.

Neem de Nederlander Ide Schelling. Hij kondigde deze week aan te stoppen en maakt er geen geheim van: hij kan niet wachten.
‘Het is tegenwoordig meer een sport voor jonge mannen, en ik ben te oud’ – Geraint Thomas zwaait af na 14 Tours de France
‘Hoe chaotischer een koers werd, hoe harder ik mentaal instortte’ – profwielrenner stopt op 21-jarige leeftijd vanwege veiligheidszorgen na recente overlijdensgevallen
Wat meer is, Schelling – rijdend voor XDS-Astana – stopt op 27-jarige leeftijd midden in zijn sportieve bloei.
Waarom? Omdat hij er genoeg van heeft.
“Met mij gaat alles goed – ik voel me prima,” zei hij in de podcast *De Grote Plaat*. “Ik ben hier om aan te kondigen dat ik stop als WorldTour-renner. En dat ik niet meer zo verliefd ben op de wereld en het leven als ik ooit was. Voor mij is dit een heel normale en logische beslissing. Maar ik weet dat veel fans, collega-renners en volgers van de sport dat anders zien. Daarom dacht ik: dit is een goed moment, een goed besluit om hier openlijk over te praten en langer dan 15 minuten.”
Het grootste probleem, zegt Schelling, is dat het niveau in het peloton zo sterk is gestegen dat hij vaak het gevoel heeft niet meer mee te kunnen doen.
Hij vertelde in *De Grote Plaat*: “Ik ben niet zo verliefd meer op de wereld. Er is veel veranderd in het peloton sinds ik in 2020 prof werd. Al die veranderingen hebben er ook voor gezorgd dat het niveau zoveel hoger is geworden, dat ik soms het gevoel heb dat ik niet meer kan meekomen.”
Schelling, die etappes won in de Ronde van Slovenië en de Ronde van het Baskenland, voegde toe: “Mijn motor is niet zo groot. Maar tegenwoordig heb je zo’n motor nodig om mee te doen in een finale. Het is de hele koers snel, van begin tot eind.
“Ik won wel die etappe in de Ronde van het Baskenland \[2023] met frisse benen,” zei hij, “maar ik heb die wedstrijd nooit uitgereden omdat de laatste etappe zo zwaar was.”
Het is geen geheim dat de huidige wielerkampioenen steeds jonger zijn. Tadej Pogačar, die zijn eerste Tour de France op 21-jarige leeftijd won, is daar hét voorbeeld van. Maar hij is niet de enige. Remco Evenepoel, Tom Pidcock en Isaac del Toro – allemaal wonnen ze grote koersen op leeftijden die vroeger nog golden als een soort leerschool in het profpeloton.
Waar renners vroeger in hun late twintig jaren de koers domineerden en de grote wedstrijden wonnen, proberen ze nu vaak slechts hun jongere collega’s bij te houden – zoals Schellings voorbeeld laat zien.
“Het wielrennen en prof zijn heeft me meer gebracht dan ik ooit had kunnen dromen, maar de tijden veranderen,” schreef Schelling in een bericht op sociale media waarin hij zijn afscheid aankondigde. “Ik voelde me steeds meer loskomen van het leven als profrenner en het koersen op het hoogste niveau. Daarom heb ik besloten een stap terug te doen en een nieuwe fase van mijn leven te ontdekken.
Tot op de dag van vandaag hou ik nog steeds van fietsen, trainen, nieuwe plekken ontdekken en koersen,” voegde hij eraan toe. “Ik weet nog niet wat de toekomst voor mij in petto heeft, maar ik ben er zeker van dat ik klaar ben voor een nieuw hoofdstuk.”