De Wereldkampioenschappen wielrennen 2025 in Kigali leverden opnieuw een epische strijd op tussen twee van de grootste rivalen van het moderne peloton: Tadej Pogačar en **Remco Evenepoel. Heel even geloofde de Belg dat hij de benen had om het Sloveense fenomeen te volgen. Maar zoals wielrennen zo vaak meedogenloos kan zijn, werden zijn ambities niet geklopt door vorm of conditie, maar door het wispelturige noodlot van mechanische pech.

Met 66 kilometer te gaan lanceerde Pogačar zijn inmiddels beruchte solo-aanval, waarbij hij de brute Rwandese beklimmingen eigenhandig openbrak. Evenepoel, scherp en vol vertrouwen na zijn eerdere tijdritzege van die week, ging in de achtervolging met de overtuiging van iemand die al eerder in de regenboogtrui heeft gereden. “Ik had het gevoel dat ik met Tadej kon rijden,” gaf hij achteraf toe een uitspraak die zowel hun rivaliteit als de pijn van wat volgde benadrukt.
Wielrennen is echter een sport die balanceert tussen menselijke kracht en mechanische betrouwbaarheid. Voor Evenepoel werd de dag getekend door drie ongelukkige fietswissels. Elke keer dat hij van machine moest wisselen, verdween kostbare snelheid en momentum. In een koers waar positionering op smalle beklimmingen en gevaarlijke afdalingen cruciaal was, vergrootten die onderbrekingen de kloof met Pogačar alleen maar.
Toch weigerde Evenepoel te plooien. Samen met Ben Healy en Mattias Skjelmose beet hij zich vast in de strijd om het podium. De Belgische kampioen toonde veerkracht en zette een prestatie neer die van een dreigende ramp alsnog een inspirerende koers maakte. Toen hij als tweede de streep passeerde, zilver veiliggesteld, was zijn mix van teleurstelling en trots duidelijk zichtbaar.
“Ik was goed, mijn gevoel was sterk, maar wielrennen is een mechanische sport,” reflecteerde Evenepoel, zijn woorden onderstrepend dat niet alleen de benen, maar ook geluk en materiaal wedstrijden beslissen. Zijn rit in Kigali herinnerde eraan dat zelfs de best voorbereide renner niet alles in de hand heeft zodra het startschot klinkt.
Het zilver, hoe wrang ook, bevestigt Evenepoels status als vaste waarde op het hoogste niveau. Het benadrukt bovendien de steeds sterker wordende verhaallijn tussen hem en Pogačar – twee renners die dit wielrentijdperk lijken te definiëren. Waar Pogačars overwinning draaide om lef en een vernietigende solo, vertelde Evenepoels koers het verhaal van doorzettingsvermogen en weigeren zich door tegenslag te laten breken.
Voor wielerfans zal dit WK in Rwanda herinnerd worden als een nieuw hoofdstuk in hun duel: de een die onbedwingbaar wegreed, de ander die ondanks rampspoed standhield en met eer eindigde. En voor Evenepoel zelf kan het zilver in Kigali wel eens de brandstof zijn voor de toekomst. “Volgend jaar wil ik geen excuses,” klonk het strijdvaardig, waarmee hij duidelijk maakte dat zijn honger naar regenboogwraak nog lang niet gestild is.
Kigali kroonde uiteindelijk opnieuw Pogačar, maar Evenepoel vertrok met iets even waardevols: het bewijs dat hij, zelfs in tegenslag, tot de meest onverzettelijke kampioenen van het peloton behoort.