Ondanks dat hij vorige week geen etappe won in de Tirreno-Adriatico, zal Mathieu van der Poel (Alpecin-Deceuninck) zaterdag aan de start van het eerste Monument van het seizoen, Milaan-San Remo, verschijnen met een solide week van zware koersen in Italië achter de rug.
Van der Poel gelooft dat hij in zijn tweede wedstrijd van het seizoen zijn vorm flink heeft aangescherpt, nadat hij in 2025 debuteerde met een overwinning in de Ename Samyn Classic en derde en tweede werd in de vierde en vijfde etappe.
De Nederlander mikt op een tweede titel in La Classicissima, als aanvulling op zijn zege in 2023, en op een derde opeenvolgende overwinning voor Alpecin-Deceuninck, nadat hij vorig jaar nog had geholpen om aanvallen op de Via Roma terug te halen voor uiteindelijke winnaar Jasper Philipsen.
“Natuurlijk had ik graag een etappe gewonnen. Maar ik voel me nog steeds gezond en dat zou in deze weersomstandigheden sowieso al een overwinning zijn geweest. Ik had een paar goede dagen afgelopen week. Dit was precies wat ik nodig had richting de klassiekers,” vertelde Van der Poel aan Het Nieuwsblad en andere journalisten voor de start van etappe 7, nadat hij meerdere keren koers had gemaakt in de Race tussen de Twee Zeeën.
“Het enige jammere is dat ik geen etappe kon winnen. Dat zou voor Milaan-San Remo niet veel verschil hebben gemaakt, maar ik had toch graag een overwinning behaald.
“Ik heb ook de percentages gevonden die ik zocht. Dit was gewoon een heel goede week. En ik herhaal: ik ben gezond gebleven. Met het oog op de klassiekers was dat misschien wel het belangrijkste.”
Van der Poel is na de Tirreno-Adriatico teruggekeerd naar België om zich voor te bereiden op de koers, en zal dit jaar de Poggio niet verkennen zoals in voorgaande jaren. Met het werk in Tirreno achter de rug, probeert hij niet te overdrijven in de aanloop naar de bijna 300 km lange en waarschijnlijk zes-en-een-half uur durende beproeving die hem wacht.
“Elk Monument is belangrijk voor mij. Ik weet wat ik deze week nog moet doen om zaterdag goed te zijn,” zei Van der Poel.
“Rust, maar tegelijk het lichaam nog wat prikkels geven. Ja, ik ga terug naar België. Ik zal waarschijnlijk een paar keer op de gravelbike rijden. Ga ik de Poggio verkennen deze week? Nee, deze keer niet. Ik denk dat ik de Poggio de afgelopen jaren wel genoeg heb gezien.”
Milaan-San Remo was Van der Poels eerste koers van het seizoen in 2024. Zijn opbouw richting de editie van 2025 lijkt meer op die van zijn overwinning twee jaar geleden, al reed hij dit keer Strade Bianche in plaats van Le Samyn.
Titelverdediger Philipsen is vanzelfsprekend een van de favorieten, net als de voormalig wereldkampioen, maar Van der Poel benadrukt dat hun tactiek ongewijzigd blijft.
“Je moet daar niet uit concluderen dat ik deze keer de uitgesproken kopman ben. We starten met hetzelfde idee als vorig jaar en dat werkte,” zei hij.
“Veel zal afhangen van hoe we ons voelen. Vorig jaar bewezen we dat we heel snel kunnen schakelen, zelfs in een hectische finale. Ook de weersomstandigheden zullen een grote rol spelen. Als we tegenwind hebben op de Cipressa, dan denk ik niet dat de finale vroeg openbreekt.”
Van der Poel heeft de koers en zijn concurrenten goed in de gaten gehouden en wijst drie renners aan als belangrijke rivalen: een renner die hij trof in Tirreno-Adriatico, een die op dreef was in Parijs-Nice, en de huidige topfavoriet voor zaterdag.
“Ik heb niet veel verrassingen gezien. Zaterdag zal het opnieuw gaan tussen de gevestigde namen,” zei Van der Poel. “[Filippo] Ganna (Ineos Grenadiers) heeft opnieuw bewezen dat hij een van de topfavorieten is, in Parijs-Nice zag ik dat [Mads] Pedersen (Lidl-Trek) in zeer goede vorm verkeert. En dan is er natuurlijk [Tadej] Pogačar (UAE Team Emirates-XRG), die momenteel thuis is.”
Milaan-San Remo staat bekend als het makkelijkste Monument om uit te rijden, maar het moeilijkste om te winnen. Dat blijkt wel uit het feit dat sinds Erik Zabel in 2001 niemand de koers twee keer op rij wist te winnen. Toch is Van der Poel ervan overtuigd dat hij dicht bij de vorm
is om opnieuw te zegevieren.
