Eerder deze maand schreef Mathieu van der Poel opnieuw geschiedenis door voor het derde jaar op rij Parijs-Roubaix te winnen. Zijn seizoen 2025 is nu al opmerkelijk: hij versloeg Tadej Pogacar zowel in Milaan-Sanremo als in Roubaix en eindigde als derde in de Ronde van Vlaanderen, die door Pogacar werd gewonnen.
De rivaliteit tussen Van der Poel en Pogacar ontwikkelt zich snel tot een van de bepalende verhalen van deze wielergeneratie. Maar de vraag die nu wordt gesteld is: wie van de twee kan de befaamde ‘Monument Grand Slam’ voltooien?
Hoewel Mathieu inmiddels 30 is, ziet Adrie nog steeds groeimogelijkheden: “Ik denk dat hij zich nog steeds kan verbeteren. Natuurlijk is hij nu dertig, maar hij is gewend om hard te werken en op dit punt moet hij iets veranderen in zijn voorbereiding. Ik denk dat er nog wat marge is, niet veel, maar hij moet het doen om te blijven winnen, want het niveau wordt steeds hoger.”
Over de vraag of zijn zoon Luik kan winnen, zei Adrie: “Dat is een vraag die me afgelopen zondag door velen werd gesteld. Hij zou het kunnen winnen, hij heeft alle kansen, maar het parcours heeft een grote invloed. De organisatoren houden ervan om hun koersen steeds zwaarder te maken en daarmee verkleinen ze steeds meer de groep favorieten, degenen die kunnen winnen.”
“De Lombardia is een prachtige koers, alleen maken ze die te zwaar. Daardoor sluit je veel renners, klassieke renners, uit van de strijd om de winst. Vandaag de dag denk ik dat er maar 2 à 3 renners zijn die kans maken om de klassieker van de vallende bladeren te winnen. Toen ik zelf nog koerste, heerste de onzekerheid – er waren er misschien wel vijftig aan de start met kans op winst, en dat maakte het juist onvoorspelbaar en interessant.”
“Wat ik bedoel is: koersen zoals de Monumenten zouden een strijdtoneel voor iedereen moeten zijn. Ze moeten niet te zwaar worden opgebouwd, er zou meer ruimte moeten zijn voor de strategieën van de ploegen en de creativiteit van de renners.”
Op de vraag of Mathieu het volledige rijtje Monumenten kan voltooien, antwoordde Adrie optimistisch: “Ik denk dat Mathieu beide kan winnen. Het vergt een goede dag en een beetje geluk, maar in de vorm waarin hij verkeert, heeft hij alle kansen. Ik ben optimistisch. Het is echter duidelijk dat de andere drie klassiekers hem op het lijf geschreven zijn, ze passen beter bij zijn kwaliteiten en de zeges in Milaan-Sanremo zijn echt een kroon op zijn werk.”
Van der Poel reed Il Lombardia slechts één keer, in 2020, toen hij als tiende eindigde. Maar Adrie gelooft dat met de juiste voorbereiding succes mogelijk is: “Hij heeft de Lombardia slechts één keer gereden, in 2020. En hij werd tiende. Ik zeg dat hij, onder de juiste omstandigheden, mee kan doen. Hij moet op het juiste gewicht aankomen, misschien iets verliezen zoals hij vorig jaar deed voor het WK, en toen stond hij op het podium in een erg zware koers.”
“Hij weet dat hij het kan, dat zijn lichaam zal reageren. Het zou belangrijk zijn om hem voor te bereiden door de Vuelta te rijden en dan enkele heuvelachtige koersen aan te pakken, uitdagend qua hoogte, om eraan te wennen. Het is duidelijk dat het op het terrein van Pogacar erg moeilijk wordt, maar we kunnen
het proberen.”