Zelfs voor een renner die zo onstuitbaar lijkt als Tadej Pogačar, verliep de Tour de France van 2025 niet zonder momenten van twijfel en pijn. De Sloveense superster, die na een hevig duel met Jonas Vingegaard zijn derde gele trui in Parijs veroverde, heeft nu onthuld dat een knieblessure hem halverwege bijna tot opgave dwong.

In een interview na afloop van het seizoen gaf Pogačar toe dat de blessure een terugkeer van een oud probleem dat voor het eerst in 2023 opdook opnieuw opspeelde tijdens de tweede week van de Tour. “Ik begon te twijfelen of ik moest doorgaan,” bekende hij. “Het was na de etappe naar Pla d’Adet. Mijn knie zwol elke ochtend op, en ik voelde het erger worden op de beklimmingen. Ik probeerde het te verbergen, maar vanbinnen was ik bang.”
Pogačars prestaties in de Pyreneeën hadden toen al vragen opgeroepen. Hoewel hij de eerste bergetappe won, oogde hij in de volgende twee etappes ongewoon gespannen en stond hij af en toe recht op de pedalen om de druk op zijn been te verlichten. Destijds dachten commentatoren dat vermoeidheid of tactische voorzichtigheid de oorzaak was maar nu blijkt dat er iets ernstigers speelde.
Volgens het medische team van UAE Team Emirates kwam het probleem voort uit een ontsteking rond de patellapees. Het team werkte achter de schermen onvermoeibaar om de situatie onder controle te houden. “We hebben na elke etappe gekoeld, compressie toegepast en zijn positie op de fiets iets aangepast,” zei ploegarts Adriaan Rotger. “Maar het was een paar dagen kantje boord.”
Pogačar onthulde dat hij zelfs overwoog om voor de rustdag uit te stappen, uit angst dat doorgaan blijvende schade zou veroorzaken. “Ik sprak met het team en zei: ‘Misschien is het beter om te stoppen voordat het erger wordt.’ Maar Rafal [Majka] zei tegen me: ‘Je kunt dit nog winnen. Vertrouw op je lichaam en wees slim.’ Dat gaf me veel kracht,” herinnerde Pogačar zich.
De Sloveense ster herpakte zich daarna op indrukwekkende wijze in de Alpen, waar hij de controle over de koers overnam met een dominante tijdrit en een meesterlijke klim op de Col de la Loze. “Daarna voelde ik de pijn nog steeds, maar het was beheersbaar. De overwinning in de Alpen gaf me het vertrouwen dat ik het kon afmaken.”
Uiteindelijk overleefde én overtrof Pogačar de tegenslag, en veroverde hij een Tourtitel die velen als zijn zwaarst bevochten beschouwen. “Deze betekent het meest,” zei hij. “Het ging niet om dominantie of cijfers het ging om vechten tegen zwakte en angst. Het heeft me geleerd dat kampioenen niet altijd de sterksten zijn, maar degenen die blijven doorgaan.”
Met zijn knie inmiddels volledig hersteld en zijn blik gericht op de Giro d’Italia van 2026, zegt Pogačar dat de ervaring hem een nieuw perspectief heeft gegeven. “Je leert het meest van pijn,” glimlachte hij. “Soms is dat wat de overwinning echt tot leven brengt.”