In de verzengende Rwandese hitte waren de marges meedogenloos. Voor Tadej Pogačar had de tijdrit op het WK wielrennen 2025 in Kigali een nieuwe kans moeten zijn om zijn veelzijdige klasse te bewijzen. In plaats daarvan werd het een pijnlijke herinnering aan hoe genadeloos topsport kan zijn. De Sloveen, een van de grootste talenten van zijn generatie, werd door slechts één seconde van het podium gehouden, ingehaald en overklast op de weg door Remco Evenepoel, zijn grote rivaal in de strijd tegen de klok.

De beelden spraken boekdelen. Terwijl Pogačar ineengedoken over zijn fiets hing, vechtend tegen de hellingen en de verstikkende hitte, snelde Evenepoel hem voorbij in een perfecte aerodynamische houding, met de souplesse die hem al twee keer tot wereldkampioen in dit onderdeel had gemaakt. In een tijdrit ingehaald worden is altijd een mentale klap, maar voor iemand van Pogačar’s statuur—tweevoudig Tourwinnaar en olympisch kampioen—kwam het extra hard aan.
“Het is een moeilijke om te slikken,” gaf Pogačar na afloop zichtbaar uitgeput toe. “Ik heb alles gegeven, maar soms is alles gewoon niet genoeg. Eén seconde… het doet pijn, maar dat is wielrennen.”
Het parcours in Kigali was vooraf bestempeld als ideaal voor Pogačar’s mix van klimkracht en tijdritvermogen. Golvend, technisch en veeleisend: het liet nergens ruimte om in een vast ritme te komen en dwong de renners voortdurend te schakelen tussen steile hellingen en snelle afdalingen. Lange tijd leek Pogačar op weg naar een medaille; zijn tussentijden voorspelden een sterke eindklassering. Maar in de laatste kilometers ebde de kracht weg, terwijl Evenepoel zijn kenmerkende negatieve split reed—zijn felste inspanning bewarend voor het slot.
De Belg niet alleen dichtte het gat, maar verzekerde zich met klinische precisie ook van een podiumplek. Voor Pogačar betekende het gebroken dromen: vierde plaats, één pijnlijke seconde achter de derde.
De uitslag onderstreepte nogmaals een vaste waarheid over de tijdrit: perfectie is vereist, en de klok kent geen genade. Een fractie te laat schakelen, een kleine hapering in een bocht, of een moment van aarzeling in een afdaling—het kan de beslissende seconde kosten. Voor Pogačar, die vaak wonderen heeft verricht in de bergen en in klassiekers, was dit een herinnering dat de stopwatch immuun is voor bravoure.
Toch was er naast de teleurstelling ook relativering. Op 27-jarige leeftijd staat Pogačar nog steeds op het toppunt van zijn kunnen, met een palmares dat hem nu al een plaats tussen de groten van de sport verzekert. Een medaille missen met één seconde is pijnlijk, maar het zal eerder zijn honger aanwakkeren dan temperen.
Evenepoel toonde zich grootmoedig tegenover zijn rivaal. “Tadej is een van de sterkste renners van onze generatie. Hem verslaan, zelfs met één seconde, toont hoe hoog het niveau ligt. Het dwingt ons allemaal om beter te worden,” zei hij.
In Kigali samenspanden de hitte en de stopwatch tegen Pogačar. Maar zoals de geschiedenis al vaker heeft laten zien, maakt de Sloveen van tegenslagen vaak brandstof voor nieuwe successen. Deze zal echter nog even blijven steken—een moeilijke om te slikken.