Al jaren behoren Wout van Aert en Mathieu van der Poel tot de bepalende krachten in het moderne wielrennen — rivalen op het allerhoogste niveau, allebei in staat om koersen volledig naar hun hand te zetten. Hoewel Van Aert nog steeds een van de meest complete renners van het peloton is, lijken de grootste eendagszeges de laatste tijd vaker naar Van der Poel te gaan.

En volgens de Belgische expert José De Cauwer is daar een heel specifieke — en gevoelige — verklaring voor. Een scheiding die door levensstijl wordt bepaald
In de podcast De Grote Plaat stelde De Cauwer dat de huidige wielercultuur nauwelijks ruimte laat voor gezinsleven aan de absolute top.
Volgens hem heeft de snelle professionalisering van de sport een klimaat gecreëerd waarin kinderen krijgen bijna wordt gezien als een nadeel voor een renner. Zoals hij het verwoordde:
“Het is zo ver gekomen dat we kinderen krijgen een last noemen voor een profwielrenner. Men zegt dat het beter is om geen kinderen te hebben. En ja, kinderen kunnen je ziek maken… En dan gaat het ook over Van der Poel en Van Aert. Dat hoort bij het verhaal, want Mathieu leeft voortdurend zorgeloos in Spanje.”
Met andere woorden: De Cauwer ziet een duidelijk contrast in hoe beide sterren hun leven kunnen inrichten, en gelooft dat dat verschil ook sportieve gevolgen kan hebben.
Zijn waarschuwing ging echter verder dan alleen Van Aert en Van der Poel. De Cauwer vreest dat dezelfde mentaliteit jonge renners opbrandt nog voor ze hun top bereiken.
“We moeten echt voorzichtig zijn met de jeugd. Bij de Belgen hebben we getalenteerde junioren en beloften gehad die gestopt zijn. Diëtisten en coaches hebben te veel invloed. De focus ligt te weinig op het koersen zelf.
Organisaties moeten beseffen dat wielrennen ook iets emotioneels is voor renners.”
Volgens hem gaat het probleem verder dan trainingsschema’s en wedstrijdprogramma’s: onderweg gaat plezier en persoonlijkheid verloren.
Om te benadrukken dat balans nog steeds telt, verwees hij naar Thymen Arensman, die in 2025 zijn aanpak radicaal veranderde en vervolgens twee Tour-etappes won. “De geest moet rust vinden om uiteindelijk resultaten te halen,” zei hij. “En dat is naar mijn mening het verhaal van Arensman.”
De Cauwer koppelde deze cultuur ook aan grote namen die vroeger stoppen dan verwacht. Ide Schelling was een voorbeeld dat hij aanhaalde, waarna hij verwijst naar een voormalige winnaar van een Grote Ronde.
“Ik luisterde ook naar jullie podcast met Ide Schelling. Dat vind ik jammer om te horen. Wielrennen blijft zijn passie, maar niet meer als prof. Of neem Tom Dumoulin: die heeft zes, zeven miljoen euro misgelopen door drie of vier jaar te vroeg te stoppen. Dat bedrag zal hij nooit meer verdienen.”
De Cauwer sloot af met een bredere waarschuwing aan de UCI: de steeds extremere koersprofielen duwen renners richting de grens.
“Blijf leven. De UCI heeft ook een verantwoordelijkheid rond de gezondheid en werkethiek van renners. De Tour de France had 5.400 hoogtemeters. Dat is gewoon te veel. Koersen zijn veel te zwaar geworden. De UCI moet de Grote Rondes een kader geven zodat een bredere groep renners aan de start kan staan.”
Van de rivaliteit tussen Van der Poel en Van Aert tot de keuzes waar jonge profs voor staan: De Cauwer’s boodschap is dezelfde. De sport vraagt steeds meer — en ergens, of bij iemand, gaat dat fout aflopen.














