Paul Seixas stelde zeker niet teleur bij zijn profdebuut voor Decathlon AG2R La Mondiale. Hij behaalde al mooie ereplaatsen in Franse Coupe de France-wedstrijden en eindigde zelfs in de top-10 op Jebel Jais, slechts vier seconden achter superster Tadej Pogacar.

“2e in Parijs-Camembert, 5e in La Marseillaise, dat zijn zeker mooie resultaten, het toont aan dat ik er vanaf het begin ook een beetje bij ben,” vertelt Seixas aan Cyclism’Actu over zijn eerste maanden als prof. “Dus het is zeker een grote voldoening en ik ben blij. Ik zou niet zeggen dat het onverwacht was, maar het was toch een groot doel. Het is niet per se makkelijk om er vanaf het begin bij te zijn bij de profs, en ik ben blij dat ik vanaf het begin mijn kaart kan spelen, mee voorin kan koersen en plezier kan maken.”
Voedingsprobleem nekt Joshua Tarling in Parijs-Roubaix: “Ik heb 4 à 5 dagen nauwelijks goed kunnen eten”
Seixas wordt vaak omschreven als een supertalent, misschien wel de man die eindelijk een einde kan maken aan de lange Franse wachttijd op een Tour de France-winnaar, die teruggaat tot het tijdperk van Bernard Hinault. Die laatste triomf viert deze zomer zijn 40ste verjaardag, en het lijkt bijna zeker dat die droogte dit jaar niet zal eindigen.
Toch is het inspirerend voor een jonge renner als Seixas om renners als Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel op tv te zien koersen. “Het is zeker een droom, ik zou natuurlijk ook graag willen dat het op een dag zo voor mij gebeurt. Nu moeten we het waarmaken en werken, maar wielrennen is niet makkelijk en we krijgen niet altijd wat we willen. Dus nu ga ik werken en alles doen om daar te geraken, maar voorlopig is het een droom en genieten we ook van het kijken op tv.”
Op een dag droomt Seixas ervan hen uit te dagen, en die tijd komt wel, ooit. “Voor nu zitten ze nog in een andere wereld, maar elk jaar kunnen de dingen veranderen. We weten dat er altijd generaties komen en gaan. Voorlopig staan zij boven en kunnen we hen alleen maar bewonderen. Nu moeten we werken om op een dag met hen te kunnen wedijveren.”