Hij is er eindelijk. Na wekenlang de trackingpagina te controleren als een nerveuze ploegleider die naar het tijdsverschil van een kopgroep kijkt, heb ik de Giro-editie waar ik zo op heb gewacht in handen. Voor de meesten lijkt het misschien gewoon een verzamelobject, maar voor mij — een toegewijde Wout van Aert-fan — is het een klein stukje wielergeschiedenis.
De doos alleen al is een kunstwerk. Gehuld in roze tinten die de maglia rosa waardig zijn, draagt hij die onmiskenbare aura van Italiaanse wielerromantiek. Mijn handen trilden bijna toen ik hem opende, wetend dat er binnenin meer zat dan papier en inkt — het was een eerbetoon aan de sport die ik liefheb, en aan een renner die de vastberadenheid, klasse en veelzijdigheid van het moderne wielrennen belichaamt.

Ik herinner me nog goed toen Wout voor het eerst de Giro d’Italia reed. Het was niet zijn gebruikelijke terrein zoals de kasseiklassiekers of de Tour de France, maar daar stond hij, tussen de specialisten, vechtend voor elke centimeter weg. Dat is het mooie aan Van Aert: ongeacht het terrein, het land of de druk, hij verschijnt altijd met diezelfde onverzettelijke geest. En nu, met deze Giro-editie in handen, voelt het alsof ik een tastbaar bewijs vasthoud van renners zoals hij — renners die alles geven, ook als de kansen niet in hun voordeel zijn.
Bladerend door de pagina’s, blijf ik stilstaan bij elke foto. De bergetappes, gehuld in mist en vermoeidheid. De massasprints, waarin renners hun fietsen tot op de millimeter naar voren gooien. En daartussen de spontane momenten — Wout die lacht met ploeggenoten, zijn helm rechtzet voor een tijdrit, of een klim op stampt met die blik die zegt: dit doet pijn, maar ik stop niet.
Voor een fan zoals ik is de Giro-editie meer dan een aandenken; het is een venster terug naar de koers zelf. Ik hoor bijna het gejuich van de tifosi langs de weg, zwaaiend met vlaggen en roepend in snel Italiaans. Ik voel de spanning van het peloton in die smalle straatjes, de voortdurende strijd om positie.
En ergens in al die chaos is daar Wout — gaten dichtend, kopwerk doend, sprints aansnellend, en soms gewoon de dag overleven. Dat is wielrennen: niet elke etappe draait om winst, maar elke etappe draait om karakter. De Giro-editie vangt dat perfect.
Ik sluit het boek en zet het op de plank, maar ik weet dat ik er vaak naar terug zal keren. Op regenachtige middagen, rustige zondagochtenden, of wanneer ik ook maar een herinnering nodig heb waarom ik ooit verliefd werd op deze sport. Het gaat niet alleen om de overwinningen — hoewel Wout er genoeg heeft — het gaat om de strijd, het doorzettingsvermogen, en hoe wielrennen ons verbindt met plekken, mensen en momenten die we nooit vergeten.
Dus ja, ik heb eindelijk de Giro-editie ontvangen. En voor mij is het niet zomaar een magazine — het is een roze getint stukje van mijn wielerhart.