Geld speelt een grote rol in de wereld van het wielrennen, en bij het bekijken van UAE Team Emirates – XRG is dat goed te zien: het team kan meerdere van ’s werelds succesvolste renners contracteren en tegelijkertijd veel van de grootste talenten aantrekken. Maar bijna geen enkel ander team kan dat doen – de meeste ploegen hebben slechts de helft of minder van het budget van UAE. Dat geldt ook voor Alpecin-Deceuninck, ondanks het feit dat de ploeg dit jaar meerdere monumenten en etappes in alle Grote Rondes heeft gewonnen.

Volgens Luc Grefte van *Lanterne Rouge* bedraagt het budget van Alpecin-Deceuninck in 2024 €26,8 miljoen, een stijging ten opzichte van €19 miljoen in 2022 en €23,8 miljoen in 2023. Er is nog geen update over het huidige jaar, omdat het seizoen nog niet voorbij is, maar mocht er een stijging zijn, dan zal die niet groot zijn. Er bestaat geen exact cijfer voor het budget van UAE Team Emirates – XRG, maar zowel UAE als INEOS beschikken al jaren over meer dan €50 miljoen, en de meeste bronnen wijzen op een budget van ongeveer €60 miljoen voor UAE.
Dat lijkt aannemelijk, gezien het extreem hoge salaris van €8 miljoen voor Tadej Pogačar en de aanwezigheid van andere wereldtoppers zoals João Almeida, Isaac del Toro en Juan Ayuso. Daarnaast beschikt de ploeg over grote talenten als Pablo Torres, Jan Christen en António Morgado, die ondanks hun kleinere rol ongetwijfeld al een goed salaris ontvangen om hen te overtuigen voor UAE te tekenen – ondanks de gedeelde leiderschapsstructuur binnen de ploeg.
Alpecin daarentegen heeft een ploeg met weinig klimmers en tijdritspecialisten, waardoor het grootste deel van het budget wordt besteed aan de sprint- en klassiekerkern. Mathieu van der Poel heeft een van de hoogste salarissen in het peloton – terecht – en leverde dit jaar twee monumentzeges, naast een wereldtitel veldrijden, een etappezege in de Tour de France en een constante mediabelangstelling die zowel het team als zijn persoonlijke sponsors, zoals Canyon, veel oplevert.
De ploeg beschikt ook over Jasper Philipsen en Kaden Groves als leiders, en ondanks de beperkte hoeveelheid kopmannen heeft elk van hen gepresteerd op het hoogste niveau dat van hen verwacht kon worden.
Ondanks een blessuregevoelig voorjaar waarin Philipsen ondermaats presteerde en een val aan het begin van de Tour de France, wist hij toch een etappe te winnen (en de gele trui te dragen) en deed hij hetzelfde in de Vuelta – ditmaal met drie etappezeges. Groves won zowel in de Giro d’Italia als in de Tour de France, op totaal verschillende manieren. Het is een ploeg die veel nadruk legt op veldrijden en mountainbiken, en blijft excelleren in de doelen die ze zichzelf stelt, terwijl het al haar kopmannen tevreden weet te houden en aan boord weet te houden.













