Drie op een rij: Mathieu van der Poel heeft het zondag opnieuw geflikt in Parijs-Roubaix. De Nederlander versnelde op meerdere kasseistroken, putte het hele peloton uit, en kwam opnieuw solo aan op de wielerbaan in het Noord-Franse Roubaix. “Maar de mooiste overwinning was die in 2024, omdat ik toen de regenboogtrui droeg.”
Na zeges in Le Samyn, Milaan-Sanremo, de E3 Saxo Classic en Parijs-Roubaix kan Van der Poel nu beginnen aan zijn welverdiende vakantie. De Nederlander slaat de Amstel Gold Race over en keert na zijn vakantie terug naar het mountainbiken, om zoveel mogelijk punten te verzamelen met het oog op zijn volgende grote doel in 2025: het Wereldkampioenschap Mountainbike in Zwitserland in september. Tussendoor rijdt hij ook nog de Tour de France.

Maar terug naar zondag, Parijs-Roubaix. Van der Poel kende een kleine terugslag na de Ronde van Vlaanderen, maar die was duidelijk verleden tijd. De Nederlander vloog over de kasseien van Noord-Frankrijk en duldde nauwelijks tegenstand. Tadej Pogacar kon het het langst volhouden, maar een fout van de Sloveen bleek uiteindelijk cruciaal. Pogacar verloor twintig seconden en zou Van der Poel pas na de finish weer zien, waar een warme omhelzing volgde.
Persconferentie Mathieu van der Poel na Parijs-Roubaix 2025
Mathieu, wat dacht je toen Tadej die bocht instuurde?
“Ehm, dat het wat te snel ging. We reden erg hard, en ik zag dat hij de bocht niet ging halen, maar ik wist niet dat hij gevallen was. In eerste instantie wachtte ik even en keek achterom waar hij was, maar het gat werd vrij groot, dus ik moest wel doorrijden.”
Heb je overwogen om te wachten?
“Dat deed ik eerst ook, maar ik wist niet dat hij echt was gevallen. Het gat werd te groot, en dat is ook Parijs-Roubaix. Ik kreeg zelf ook nog een lekke band.”
In hoeverre was het een voordeel dat je Jasper bij je had?
“De eerste keer kon ik nog wachten, maar de tweede keer werd het gat echt te groot. Toen was het duidelijk dat het tussen Tadej en mij zou gaan, en dan is het dom om niet mee te rijden. Op een bepaald moment moet je die beslissing maken.”
Was dit de Parijs-Roubaix waarin je het meeste geleden hebt?
“Zeker. Ik had ook niet verwacht dat ik zo lang alleen zou moeten rijden. Terugvallen was moeilijk vanwege de tegenwind op de laatste stroken. Ik had het echt zwaar op het einde.”
En is dit je mooiste overwinning hier?
“Nee, dat blijft die van vorig jaar. Omdat ik toen in de regenboogtrui reed. Toen voelde ik me echt top. In deze editie had ik het lastig op de laatste stroken; het leek alsof ik elke steen raakte. Vorig jaar voelde het alsof ik over de kasseien vloog, dat was nu niet het geval.”
Was het specialer omdat Tadej erbij was?
“De koers is altijd zwaar. Het verraste me niet. Hij is een van de beste renners ooit; wat hij doet is echt uitzonderlijk. Hij komt zeker terug om hier te winnen.”
Tadej zei: ‘Als ik een kind was, zou Mathieu van der Poel zeker mijn idool zijn.’ Wat vind je daarvan?
“Dat geldt ook andersom voor mij. Na Sanremo zei ik al dat hij de enige is die het verschil kan maken op de Cipressa, en nu rijdt hij hier zo sterk in Roubaix. Hij is pas 26… (lacht) hij heeft nog zoveel voor zich. Als hij stopt, zullen we naar hem kijken zoals we naar Merckx kijken. Ik kijk persoonlijk graag naar de sport omdat ik ervan hou, maar we kunnen niet om Tadej heen.”
Klopt het dat je problemen had met je oortje?
“Ja, dat was lastig. Mijn wattagemeter viel uit na de Trouée d’Arenberg, dus ik kon mijn vermogens niet meer zien. Het was een blinde inspanning. Ik wist de tijdsverschillen niet, en ik wist ook niet wat er achter mij gebeurde, dus dat was niet ideaal. En ik kon het de ploegwagen ook niet zeggen in die laatste ronde, omdat mijn oortje niet werkte.”
In hoeverre verpestte dat incident met de bidon je stemming?
“Het heeft het plezier niet verpest, maar het was niet normaal. Het was een volle bidon, misschien een halve kilo, en ik reed aan 50 km/u. Het was echt alsof er een steen tegen mijn gezicht vloog. Dat is onacceptabel. Als er bier gegooid wordt, is dat ook niet oké, maar dat is weer iets anders. Hier moeten we juridische stappen tegen nemen.”