Rafal Majka heeft talloze uren naast Tadej Pogačar gefietst, zowel in de hitte van ’s werelds zwaarste koersen als in de rustige momenten tussen de etappes. Als een van de meest vertrouwde knechten van UAE Team Emirates heeft Majka de Sloveense ster gezien vanuit een perspectief dat maar weinigen hebben — niet alleen als tweevoudig Tour de France-winnaar, maar ook als ploeggenoot en als mens. Zijn oordeel is even simpel als veelzeggend: “In de hotelkamers is hij een normale jongen, maar op de fiets is hij als een killer.”

Het is een opmerking die perfect de tweedeling in Pogačars persoonlijkheid weergeeft. Buiten de fiets beschrijft Majka hem als luchtig, makkelijk in de omgang en opmerkelijk nuchter, ondanks zijn supersterrenstatus. “We lachen, we maken grappen, we kijken samen films. Hij is gewoon Tadej, niet ‘de beste renner ter wereld.’ Je zou nooit raden, als je ziet hoe relaxed hij is, dat hij de volgende dag de concurrentie kan verpulveren,” zegt Majka. In de ploeg gedraagt Pogačar zich niet als een afstandelijke leider; hij mengt zich tussen iedereen, deelt verhalen, maaltijden en lachmomenten met renners en staf.
Maar de transformatie, zegt Majka, is onmiddellijk zodra het rugnummer opgespeld wordt. De gemoedelijke glimlach maakt plaats voor een stalen blik. “Wanneer hij op de fiets zit, veranderen zijn ogen,” legt Majka uit. “Het is alsof er een schakelaar omgaat. Hij leest de koers als geen ander, en wanneer hij besluit te gaan, kun je hem niet stoppen. Het is meedogenloos — niet omdat hij koud is, maar omdat hij gedreven is.”
Majka maakte deel uit van veel van Pogačars meest dominante prestaties en zegt dat zijn killerinstinct niet alleen draait om fysieke kracht. Het is zijn tactische scherpte, zijn vermogen om zwaktes te voelen en zijn weigering om genoegen te nemen met de tweede plaats. “Sommige renners wachten tot anderen fouten maken. Tadej zorgt dat er iets gebeurt,” zegt Majka. “Hij rijdt niet alleen om te winnen — hij rijdt om de controle te nemen. Daarom is hij zo moeilijk te verslaan.”
De Poolse klimmer benadrukt ook dat Pogačars “killermodus” altijd in balans is met diep respect voor de sport en zijn tegenstanders. “In de koers is hij agressief, ja, maar nooit respectloos. Als de etappe voorbij is, schudt hij handen, bedankt hij de ploeg en maakt hij weer grappen.” Dat sportieve karakter, denkt Majka, is een van de redenen waarom Pogačar zelfs bewonderd wordt door de renners die hij verslaat.
Uiteindelijk ziet Majka zijn ploeggenoot als een zeldzame mix van nederigheid en honger — een renner die op één dag kan switchen van een lach delen bij de koffie tot het lanceren van een vernietigende aanval op een bergtop. “Dat is Tadej,” besluit Majka. “Een normale jongen met zijn vrienden, maar op de fiets… een killer. En daarom rijden we allemaal graag voor hem.”
In Majka’s ogen ligt de magie van Pogačar niet alleen in zijn benen, maar in zijn vermogen om de mens van de wedstrijdrenner te scheiden — het bewijs dat er onder de regenboogtruien, gele truien en talloze zeges nog steeds een jonge jongen uit Slovenië zit die gewoon van fietsen houdt.