We kunnen er met z’n allen opnieuw enkele maanden tegenaan. Met De Omloop Het Nieuwsblad wordt het klassieker voorjaar op gang getrapt, eentje waarin we hopelijk minder drama zullen te zien krijgen ten opzichte van de voorbije jaargang. En dan hebben we het over de vele valpartijen, met zware gevolgen bovendien.
Renners verantwoordelijk
Als we over het voorjaar spreken komt daarbij meteen één fase naar boven: de zware valpartij in Dwars door Vlaanderen met Wout van Aert als grootste slachtoffer. Ook elders waren er vele zware valpartijen. De veiligheid in de koers moet dan ook nog veel beter, als het de laatste jaren zelfs niet slechter is geworden. José De Cauwer heeft daar zo zijn kijk op.
Uiteraard moet de UCI ervoor zorgen dat de koers zo veilig mogelijk verloopt, iets wat in vele gevallen zeker nog beter kan. Maar De Cauwer kijkt toch in eerste instantie naar de renners zelf om toestanden zoals die met Van Aert in Harelbeke en Evenepoel/Vingegaard in de Ronde van het Baskenland te vermijden. Dat zeggen ook de cijfers. In maar liefst 35 procent van de valpartijen blijkt de oorzaak bij de renners zelf te liggen.
Dat verbaast me niet. Ik kijk veel koers en dan zie je bepaalde dingen gebeuren, die echt niet veilig zijn”, aldus De Cauwer. Daarbij kijkt hij bij Wielerflits naar de fietscomputers waardoor de renners vaak te veel afgeleid zouden zijn. Daarnaast vindt hij ook de smalle stuurtjes maar niets. En dan heeft het nog niet eens over de steeds grotere versnellingen.
Ingrijpen is hoognodig
We willen er met z’n allen een veiligere sport van maken, althans dat is toch het idee. Want volgens De Cauwer moeten renners toch eens diep in zichzelf kijken. “Renners zoeken altijd naar manieren om sneller te rijden. Men wil altijd maar meer naar voren zitten op de fiets, met als gevolg is dat je bij de minste aanrijding al over je stuur naar voren vliegt.”
Hij trekt dan ook de duidelijke conclusie dat indien de grote drama’s moeten verdwijnen, renners in de eerste plaats zelf moeten ageren. “Je kunt niet zeggen dat wielrennen geen gevaarlijke sport is geworden. Ik blijf me hard maken en iedereen oproepen om daar hardop over te blijven nadenken, want wat er nu gaande is, vind ik frappant.”