In een verrassende wending won de 24-jarige Deen Mattias Skjelmose van Lidl–Trek zondag de Amstel Gold Race. Met Tadej Pogacar en Remco Evenepoel aan de start werd een lange, slopende koers verwacht. In een sprint met drie kwam Skjelmose onverwacht als winnaar uit de bus, slechts een maand nadat hij hard op zijn hoofd was gevallen in Parijs–Nice.

“Die valpartij in Parijs–Nice was eigenlijk het beste wat me kon overkomen voor de Ardense klassiekers,” zei Skjelmose verrassend tijdens de persconferentie.
Skjelmose’s sterke focus op de Ardense klassiekers kwam eerder al aan het licht tijdens een interview in de Ronde van het Baskenland. Ondanks dat hij daar mee vooraan reed, verraste hij de interviewer door te zeggen dat die koers geen groot doel voor hem was. Nee, de heuvelachtige klassiekers waren zijn echte prioriteit. Op de persconferentie na zijn overwinning in de Amstel legde hij uit:
“Ja, ik ben nu in nog betere vorm dan toen,” zei Skjelmose. “Sinds mijn val in Parijs–Nice heb ik een zware periode doorgemaakt. Ik wist niet eens zeker of ik wel zou kunnen starten in het Baskenland. Maar die val bleek uiteindelijk het beste wat kon gebeuren voor de Ardense klassiekers. Ik begon aan het Baskenland met ongeveer 95 procent van mijn vorm, en die zes loodzware etappes hebben me net die laatste 5 procent gegeven.”
**Terug op het hoogste niveau**
Skjelmose’s overwinning in de Amstel Gold Race is misschien zelfs verrassender dan wanneer hij die vorig jaar had gewonnen. In 2023 werd hij tweede in La Flèche Wallonne, maar vorig jaar leek hij duidelijk minder sterk. “Na het seizoen van 2023 verloor ik veel kracht,” zei hij. “Die Tour de France van dat jaar eiste echt zijn tol. Ik had moeite om mijn beste benen weer te vinden. Maar deze winter hebben we een goede aanpassing gedaan. Ik heb veel tijd in de gym doorgebracht, en dat betaalt zich nu duidelijk uit.”
Is het verrassend dat hij, als lichtere renner, de Amstel won, traditioneel de minst geschikte van de drie Ardense klassiekers voor klimmers? “Het is zeker degene die me het minst ligt. Maar als de koers aan zo’n hoog tempo gereden wordt zoals vandaag, is dat juist beter voor klimmers. We hadden ook een echt sterk team vandaag.
Het was de eerste keer dat ik vroeg om een renner de hele dag bij me te houden. Otto Vergaerde deed dat en was ongelofelijk vandaag. Hij hield me de hele tijd in de juiste positie, hij had me bijna geholpen met plassen toen het moest,” lachte Skjelmose. “Het team deed alles perfect, en daarom zit ik hier nu.”
Wat de koers zelf betreft: de grote schifting begon al kilometers voor de finish, maar op 45 km van de meet reageerde Tadej Pogacar op een aanval van Julian Alaphilippe. “Het was enorm frustrerend dat ik op dat moment geblokkeerd zat achter Ben Healy, anders had ik met Tadej mee kunnen springen. Gelukkig kon ik weer aansluiten bij Remco.”
Op de Keutenberg viel Skjelmose aan vanuit het groepje achter Pogacar.
Hij leek het gat niet te kunnen dichten, totdat Evenepoel solo bij hem kwam en zo hard reed dat zelfs Pogacar onder druk kwam te staan. Geloofde Skjelmose dat hij en Remco Pogacar konden inhalen? “Helemaal niet,” zei hij. “Als Tadej aanvalt, rijd je meestal voor de tweede plaats. Dus toen ik aanviel op de Keutenberg, was dat met dat in mijn achterhoofd. Toen ik bij Remco kwam, zat ik op de limiet. Ik zei dat ook tegen hem, en hij geloofde me. Ik deed misschien 20 procent van het werk achter Tadej, en hij deed 80 procent.
In mijn eentje had ik Tadej nooit kunnen inhalen. Maar de beste renner die ik kon hebben, had ik: Remco.” “Op de klim na de voorlaatste keer Cauberg begon ik te geloven. Remco deed een paar brute beurten op kop, ik zat te sterven, maar we haalden Tadej terug.”
Had Skjelmose een plan op de slotklim van de Cauberg? “Niet gelost worden,” lachte de Deen. “Ik had echt niks meer over in mijn benen. Ik was gewoon superblij dat ik in dat groepje zat. Derde plaats leek het hoogst haalbare. Op de laatste keer Cauberg ging ik naar voren om het tempo wat hoog te houden en van voren te blijven.
Daarna gaf ik mezelf minder dan tien procent kans om de sprint te winnen. Natuurlijk koers ik altijd voor het best mogelijke resultaat, maar sinds de voorlaatste keer Cauberg zat ik op mijn limiet. Ik had geen kracht meer.” Toch wist Skjelmose zich te handhaven en won hij de sprint in Berg en Terblijt, tegen alle verwachtingen in.