Tadej Pogačar leverde een ware masterclass af op het Europees kampioenschap op de weg 2025, door solo weg te rijden van het peloton en een furieuze achtervolging af te slaan om de continentale titel te veroveren — en België met de vraag achter te laten hoe hij nog te stoppen valt. De Sloveen zette zijn lange aanval in met zo’n 75 kilometer te gaan, bouwde een stevige voorsprong op en controleerde die vervolgens met ijzeren precisie. Geen enkele combinatie van achtervolgers kon hem nog bijbenen.
België was naar Zuid-Frankrijk afgereisd met een helder plan: de koers hard maken, Remco Evenepoel in stelling brengen voor een late aanval, en via overtal het verschil maken in de finale. Dat leek even te lukken toen een groep met Evenepoel zich vormde in de achtervolging, maar Pogačar’s kracht en koersinzicht maakten de Belgische strategie al snel overbodig. De wereldkampioen dicteerde het verloop zodanig dat elke tegenzet te laat kwam. Toen Evenepoel zijn inspanning plaatste, was de schade al onherstelbaar.

Toch weigerde Evenepoel zich zomaar neer te leggen. Nadat hij in de achtervolging had meegewerkt en zag dat de kloof standhield, ging hij met nog 40 kilometer te rijden solo in de tegenaanval. Hij vocht dapper, reed de andere achtervolgers uit het wiel en sleepte een zilveren medaille uit de brand — maar gaf toe dat de manier waarop Pogačar won gemengde gevoelens opriep. “Dit was waarschijnlijk de eerlijkste uitslag. Nog een zilveren medaille op het EK, dat is jammer,” zei hij tegen Sporza. Later grapte hij — half uit frustratie, half uit bewondering : “Als iemand me kan vertellen hoe ik Tadej vandaag kon kloppen, hoor ik het graag.”
Tactisch gezien legde de koers een ongemakkelijke waarheid bloot: Pogačar heeft weinig ploegsteun nodig wanneer hij in topvorm verkeert. Zijn solo van 75 kilometer toonde niet alleen brute kracht, maar ook koersintelligentie — hij koos het perfecte moment en doseerde zijn inspanning met chirurgische precisie, zodat hij de late druk van Evenepoel en de achtervolgende groep kon weerstaan. Evenepoel snoepte in de slotfase nog wat seconden af, maar Pogačar kon zich in de laatste kilometers zelfs de luxe permitteren om te vieren.
Voor België was het resultaat zowel een bevestiging als een teleurstelling. Evenepoels zilver past in een reeks van nipte nederlagen in het tijdperk-Pogačar, en benadrukt dat brute kracht en agressieve tactiek — hoe noodzakelijk ook — niet volstaan zonder dezelfde duurkracht bergop én op het vlakke. Voor de fans was het een herinnering aan hoe wielrennen op het hoogste niveau tegenwoordig draait om wie het best een voorsprong kan uitbouwen en vasthouden. Voor Pogačar betekende het weer een nieuwe mijlpaal in een seizoen waarin hij al de Tour de France én de wereldtitel won — en nu ook het Europees kampioenschap toevoegt.