Al aan de leiding in het Critérium du Dauphiné dankzij een verbluffende tijdrit in etappe 4, trekt Remco Evenepoel vrijdag de bergen in richting Combloux met een voorsprong van 16 seconden op de Deen (Vingegaard) en 38 seconden op de wereldkampioen (Pogačar).
Na deze test, de loodzware Alpenrit op zaterdag en de finale op de Plateau du Mont-Cenis, zegt de Belgische ploeg dat ze pas écht zullen weten of hun ambities voor de Tour de France verder reiken dan vorig jaar. En Soudal–QuickStep wordt, wellicht na de dominantie in de tijdrit, met de dag zelfverzekerder dat Evenepoel Pogačar en Vingegaard bergop kan volgen.

“Ik verwacht dat hij standhoudt. Of dat genoeg zal zijn om het klassement te winnen, is een andere vraag, maar ik geloof dat Remco het goed zal doen,” zei sportdirecteur Klaas Lodewyck tegen *Het Laatste Nieuws* in de Dauphiné.
“In de Tour zijn de beklimmingen net wat langer, maar als je Pogačar of Vingegaard hier al bergop kunt volgen, is dat goed voor het moreel. Dan ga je zonder vraagtekens naar de Tour.”
Lodewyck ging zelfs zo ver om te zeggen dat als Evenepoel het trio zware etappes in de Dauphiné kan overleven met de twee voormalige Tourwinnaars, het “realistisch” wordt om voor geel in Parijs te mikken.
“Als je dit weekend voelt dat je kunt meestrijden, en je weet dat Remco tijdens zijn laatste trainingskamp nog een beetje kan verbeteren, dan kun je op een andere manier gaan koersen in de Tour. Vorig jaar begonnen we met het idee dat de concurrentie gewoon te sterk was voor ons.
“Remco ging toen enkel even mee als Pogačar en Vingegaard aanvielen, en richtte zich daarna snel op de derde plaats. Tegen zondagavond zullen we weten of we die aanpak kunnen bijstellen.”
Evenepoel zelf was minder stellig dan zijn ploeg, en uitte zich voorzichtiger over de komende bergritten. Hij weet maar al te goed dat er nog veel werk zal zijn richting de Tour, en dat een zwakke prestatie de ambities weer kan terugbrengen naar enkel het podium halen.
“Vorig jaar dacht iedereen na de Dauphiné dat ik het podium van de Tour niet zou halen, maar ik deed het met tien minuten voorsprong op de vierde,” vertelde Evenepoel aan *HLN*.
“Niet alle antwoorden zullen er zondagavond al zijn. Ik zal een beter idee hebben van waar ik sta ten opzichte van Tadej en Jonas, maar daarna blijven er nog drie weken over om aan eventuele zwakke punten te werken. We zullen antwoorden krijgen, maar geen definitieve antwoorden.”
Evenepoel zelf had de lat al hoog gelegd nog voor de Dauphiné begonnen was. Tegen journalisten zei hij dat hij “verder stond dan vorig jaar” qua vorm en gewicht, en dat er een nog hoger niveau zat aan te komen richting de Tour. Na vijf dagen succesvol koersen herhaalt zijn ploeg dat punt.
“Zijn gewicht is nu al goed en je ziet dat het meteen loont in het klimmen. Vorig jaar stonden we op dit moment nog niet waar we wilden zijn,” voegde Lodewyck toe.
“We moesten toen na de Dauphiné nog veel energie steken in gewichtsverlies richting de Tour. Dat is nu niet het geval, en dat zorgt ervoor dat je wat meer energie overhoudt… en dat maakt altijd een klein verschil.”