Jonas Vingegaard, die na zijn val in Parijs-Nice pas weer zal koersen in het Critérium du Dauphiné, gaf een persconferentie op de rustdag van de Giro d’Italia, een dag nadat zijn ploeggenoot Wout van Aert won in Siena.
De tweevoudige winnaar van de Tour de France sprak over Tadej Pogacar en diens voorjaar, en zei het volgende:

“Ja, ik heb nauwlettend gevolgd wat Pogacar deed in de voorjaarsklassiekers. Het was indrukwekkend, hoewel ik me volledig op de Tour focus. Alleen omdat hij schitterde in het voorjaar, betekent dat nog niet dat hij dat ook in juli zal doen.”
“In 2024 was ik niet in topvorm. Ik was veel spiermassa kwijtgeraakt en dat heeft me opgebroken in de Tour. Dit jaar is er hard gewerkt om dat te herstellen en alles wijst erop dat ik er beter voor sta dan in de afgelopen twee seizoenen.”
Hij kende een moeilijk begin van 2025, vandaar zijn lange onderbreking, maar in juli is hij altijd op zijn best.
“Na de hersenschudding moest ik heel voorzichtig zijn. Voor elk uur dat ik wakker was, had ik een extra uur slaap nodig, soms nog meer. Dat waren moeilijke dagen in het begin, hoewel ik kleine verbeteringen merkte. Toen ik weer probeerde te fietsen, kwamen de duizeligheid en misselijkheid terug.”
In de Dauphiné zal hij Pogacar opnieuw ontmoeten, en hij ontkent niet dat hij voor de overwinning wil gaan.
“De motivatie is groter dan ooit. Ik moet nog wat details bijschaven in de Dauphiné, waar het idee is om voor de overwinning te strijden.”
Hij benadrukt dat de Sloveen zijn grote rivaal is.
“Het doel is om te winnen, en dat betekent dat ik Pogacar moet verslaan. De gegevens die ik heb zijn positief. Het voelt alsof ik een stap vooruit heb gezet en beter ben dan de afgelopen twee jaar.”
Ja tegen de Vuelta
In een gesprek met AS bevestigde hij zijn deelname aan de Vuelta a España:
“Twee jaar geleden reed ik de Tour en de Vuelta en dat beviel me heel goed. Normaal gesproken, als je je na de Tour wil richten op de Giro di Lombardia of het WK, heb je nog twee maanden te gaan en is het moeilijk om de motivatie te vinden. Voor de Vuelta heb je maar drie extra weken training nodig en dan ben je er. Mentaal is dat makkelijker en ik voelde me toen heel goed met die dubbele deelname. Daarna weet ik nog niet hoe ik dit seizoen zal zijn voor het WK.”