De eerste etappe van de Tour de France is altijd chaotisch—zenuwen, frisse benen en de drang om geen tijd te verliezen maken het onvoorspelbaar. Maar Alpecin-Deceuninck (ADC) maakte van die chaos een meesterstuk. Van de eerste neutrale vlag tot de explosieve eindsprint reden ze als een ploeg met totale controle en een perfect uitgevoerde strategie.
Mathieu van der Poel, de ster van de ploeg en zelf een renner die etappes kan winnen, liet opnieuw zien waarom hij zo waardevol is. Hij zette zijn eigen ambities opzij voor de dag en leverde een van de best getimede lead-outs die het moderne peloton ooit heeft gezien. In de laatste kilometers, terwijl andere sprinttreinen uit elkaar vielen onder de druk en de zijwind, nam MVDP het heft in handen en hield het tempo moordend hoog. Dit zorgde er niet alleen voor dat het peloton uitgerekt werd en het risico op valpartijen afnam, maar ook dat hun sprinter precies op de juiste plek zat.

Voor Jasper Philipsen—vorig jaar winnaar van de groene trui—was dit het droomscenario. Philipsen zegt vaak dat hij zich onklopbaar voelt als Van der Poel hem in stelling brengt, en gisteren was het bewijs. Toen de weg licht opliep met nog zo’n 300 meter te gaan, keek MVDP achterom, zag Jasper aan zijn wiel geplakt en zette nog één keer alles op alles. Die laatste versnelling zorgde ervoor dat geen enkele andere sprinter er nog langs kon komen.
Toen Van der Poel opzij ging, lanceerde Philipsen zijn sprint. Niemand maakte nog een kans. Hij stoof de laatste tegenstanders voorbij, hoofd omlaag, benen die pure kracht rondmaalden, en hij passeerde de streep met een duidelijke fietslengte voorsprong.
Maar de overwinning draaide om meer dan alleen sterke benen. Het hele plan van ADC klopte de hele dag. Ze bleven vooraan, ontweken de valpartijen die het peloton achter hen versplinterden en hielden Philipsen fris. Rijders als Gianni Vermeersch en Jonas Rickaert deden het vroege werk, vingen de wind op en beschermden hun kopmannen door gevaarlijke stukken en rotondes. Op het beslissende moment leverde het team hem perfect af aan het wiel van Van der Poel.
Met deze prestatie sturen ze een duidelijk signaal naar de andere sprintploegen: als je Philipsen deze Tour wil kloppen, zul je eerst de hele ADC-machine moeten breken. Het draait niet alleen om pure snelheid—het gaat erom hoe goed de ploeg is ingespeeld en bereid is om het plan tot in de puntjes uit te voeren. En als je een once-in-a-generation klassiekerrenner als Van der Poel hebt die zich zo onbaatzuchtig opstelt, heb je een voordeel dat bijna niet te evenaren is.
Als dit is hoe ADC rijdt op dag één, kan de rest van de Tour zich maar beter schrap zetten. Philipsen lijkt sterk genoeg om zijn groene trui te verdedigen, en Van der Poel, die zelf nog zijn eigen kansen zal krijgen, heeft al laten zien dat hij hier is om te domineren, wat de koers ook vraagt. Etappe 1 was het eerste waarschuwingsschot—en het was vernietigend effectief.