De tweede etappe van het Critérium du Dauphiné 2025 zag Mathieu van der Poel opnieuw in de schijnwerpers. Na een sterke derde plaats op de openingsdag — waar hij meeging met een aanval van Jonas Vingegaard — herhaalde de Nederlander dat resultaat op de maandagetappe, ditmaal in een massasprint.
Ondanks een chaotische aanloop naar de finish slaagde de renner van Alpecin-Deceuninck erin om op het wiel van Jonathan Milan te komen, die naar de overwinning stormde. Van der Poel hield zijn positie vast en pakte opnieuw een podiumplek, waarmee hij zijn groeiende vorm richting de Tour de France bevestigt.

Na afloop van de etappe sprak Van der Poel — die in het groen rijdt, terwijl Milan het geel overneemt als leider in het algemeen klassement — over de razendsnelle finale:
“De laatste 5 kilometer was super snel, en het was een beetje vechten voor het wiel van Milan. Iedereen weet dat hij de snelste is — zoals ik al zei, en dat was vandaag opnieuw duidelijk. Dus ja, ik ben blij dat ik meedeed in de sprint, en ook blij met de derde plaats.”
Eerder in de etappe was er even spanning toen Milan werd gelost op een klim, ongeveer 55 kilometer van de finish. Maar eventuele hoop om de sprinter uit te schakelen werd snel de kop ingedrukt:
“Het was nog best ver, en we wisten dat zijn hele ploeg op hem zou wachten om hem terug te brengen. Dus ja, we wisten dat het heel moeilijk zou worden. Ik denk dat een sprint vandaag onvermijdelijk was.”
Van der Poel ging ook in op vragen over de lead-out capaciteiten van zijn ploeg, aangezien Alpecin-Deceuninck niet met hun volledige sprinterskern aan de start staat van de Dauphiné:
“Nee, ik denk het niet. De ploeg deed het goed, en op het einde was het aan mij om me goed te positioneren. Maar ja, in dit soort sprints is het bijna onmogelijk voor mij om hem te kloppen. Hij is een van de snelste in een massasprint. Dus ja, ik denk dat ik tevreden mag zijn met de derde plaats.”
Belangrijker nog: Van der Poel lijkt op schema te liggen met zijn vorm na zijn recente val, en gebruikt de Dauphiné als belangrijke voorbereiding richting juli:
“Ja, ik voelde me eigenlijk best goed. Hopelijk blijf ik dag na dag beter worden.”
“Ik ben tevreden over mijn vorm,” voegt hij toe. “Na de val was er wat twijfel over hoe de voorbereiding zou verlopen, maar ik heb wel veel uren kunnen maken. Dit is precies wat ik nu nodig heb — een beetje afzien in de finale. Er zal nog genoeg afgezien worden deze week, dus ja, ik kijk ernaar uit.”
Met nog zes etappes te gaan, maakt Van der Poel duidelijk dat zijn blik gericht blijft op het grotere doel later deze zomer: