Of Tadej Pogacar de grootste wielrenner aller tijden is, mag ieder voor zich bepalen. Eén renner die zeker een plek verdient tussen de groten is Bernard Hinault. De inmiddels 70-jarige Fransman, die vijf keer de Tour de France en bijna alle andere belangrijke koersen won, herkent iets van zichzelf in de Sloveense kampioen. Hij ziet ook een bijzondere band met medester Mathieu van der Poel.

“We hebben Pogacar al vaak dominant zien rijden, maar nooit zo dominant als tijdens het WK in Zürich afgelopen september. De Sloveen viel indrukwekkend aan, meer dan 100 kilometer voor de finish, en reed naar de regenboogtrui. Hinault genoot daar met volle teugen van.
“De anderen vielen niet aan. Hij aarzelde niet en zou het keer op keer opnieuw kunnen doen. Want als je sterk bent, als het parcours je ligt en je beter bent dan de rest, waarom zou je het dan niet doen?” aldus de Fransman in een interview met *L’Équipe*, vooruitblikkend op het uitdagende parcours van het WK 2027 in Frankrijk.
Pogacar doet Hinault denken aan betere tijden, zoals de duels met Eddy (Merckx, red.) en andere oud-renners die ook in zichzelf geloofden. “Het is een droom voor iedereen die van wielrennen houdt. Het is een droom om renners te zien die aanvallen zonder te aarzelen, die hun tegenstanders even bekijken en dan plots voluit gaan.”
Pogacar deed dat opnieuw in Parijs-Roubaix, maar helaas kwam hij ten val. “Maar dat hoort erbij. Anders hadden we een buitengewone finale gehad tussen die twee (Mathieu van der Poel, red.), en ik ben er zeker van dat één van hen gelost zou zijn,” zegt de voormalige winnaar van Parijs-Roubaix.
Hinault ziet een verandering dankzij de strijdlust in het moderne wielrennen. “Vroeger dacht je thuis: ik kijk de laatste twintig kilometer wel, ik weet toch al hoe het afloopt. Er was geen spanning. Terwijl dat er nu veel meer is.” De Fransman merkt ook dat er iets is veranderd in de Tour de France. “Als je nu kijkt wie er voorin rijden, zie je niet meer de knechten die elkaar bevechten, maar de kopmannen.
Vroeger waren dat teamkoersen en kwam de leider pas in de laatste kilometers in beeld.”
Het feit dat Pogacar al competitief is in de Italiaanse koersen aan het begin van het seizoen en dat tot het einde volhoudt, doet Hinault denken aan de ‘goede oude tijd’. “Hij kan koersen aan het begin, halverwege én aan het eind van het seizoen. Pogacar lijkt het meest op de oude krijgers zoals Merckx en ik,” prijst de vijfvoudig Tourwinnaar de Sloveense wereldkampioen.
Hinault erkent ook de prestaties van de magnifieke Van der Poel, net als die van Pogacar. De Fransman ziet een mooie band tussen de toppers en hun sportieve prestaties. “Dat is het mooie van sport. Tijdens de wedstrijd ben je gespannen, maar zodra het voorbij is, is alles goed. Jij klopt mij vandaag, ik jou morgen; dat is het mooie eraan. Ik vind het prachtig als we ze elkaar zien omhelzen op het podium. Dit is het beeld dat de sport moet uitstralen,” besluit de voormalige wielrenner.