Tadej Pogačar en Mathieu van der Poel hebben enorm veel respect voor elkaar, maar wie hun felle strijd op zaterdag bij Milaan-San Remo heeft gezien, zou hun relatie niet bepaald als vriendschappelijk omschrijven. De kopman van UAE Team Emirates-XRG zette de leider van Alpecin-Deceuninck flink onder druk, maar kreeg een krachtige tegenaanval en een perfect uitgevoerde sprintstrategie als antwoord. Het begin van een spannende lente waarin Pogi en MVDP elkaar ongetwijfeld nog vaak zullen treffen.
Naast een gedetailleerde analyse van zijn overwinning in Milaan-San Remo draaide Van der Poels persconferentie uiteraard om Pogačar—en alles wat nodig is om de Sloveen te verslaan. Dat begon met La Primavera, hun eerste van vele duels. Van der Poel had Tirreno-Adriatico als voorbereiding gebruikt en noemde zijn vorm na de winst in San Remo “één van de beste waarin ik ooit heb verkeerd.” “Ik voelde me goed bij Tirreno en wist dat ik op mijn best zou zijn na een week rust,” zei hij.
Een week rust—dat klinkt eenvoudig. Voeten omhoog? Infuus? Van der Poel heeft duidelijk een andere definitie van “rust” in zijn woordenboek. “Het was natuurlijk niet echt een rustweek. Op maandag was ik nog behoorlijk moe, dus reed ik slechts een uurtje. Dinsdag deed ik drie uur, en op woensdag deed ik een vier uur durende solo verkenning van de Ronde van Vlaanderen—ook nog eens behoorlijk intensief. De dagen erna zat ik ook gewoon op de fiets.”
Een gemiddelde amateurwielrenner zou een week nodig hebben om te herstellen van alleen al de finale van de Ronde van Vlaanderen, maar Van der Poel wist precies wat zijn lichaam nodig had. “Ik doe het een beetje op gevoel, want ik weet inmiddels wat voor mij werkt. Ik houd ook van de opbouw en sfeer voor een eendagswedstrijd, en door de jaren heen hebben we genoeg data verzameld om te weten wat ik moet doen. Dat is ook een van de redenen waarom ik Tirreno rijd—het is het soort koers dat ik nodig heb om in topvorm te zijn.”
Van der Poel focust op waar hij het best in is
Zijn piekvorm komt op het perfecte moment, want na Milaan-San Remo staat Van der Poel komende vrijdag alweer tegenover Pogačar in de E3 Saxo Classic. Daarna nemen beide renners het op tegen elkaar in de Ronde van Vlaanderen (op 6 april), en de grote vraag blijft of Pogačar ook zal starten in Parijs-Roubaix. “Ik heb het al vaak gezegd—hij liet in de Tour de France al zien hoe sterk hij is op kasseien. Hij kan Parijs-Roubaix winnen, al wordt het niet makkelijk. Maar hij maakt zeker een kans,” zei Van der Poel over een mogelijk debuut van Pogi op de brute Franse kasseien.
Wat hemzelf betreft, stapt de Nederlander deze lente niet uit zijn comfortzone. Hij richt zich op de koersen die hij altijd rijdt en slaat Luik-Bastenaken-Luik (waar hij vorig jaar derde werd) en de Ronde van Lombardije later dit seizoen over. “Ik focus me daar niet op, want in deze tijd is het zo goed als onmogelijk om zulke wedstrijden te winnen tegen renners als Pogačar en Evenepoel. Misschien niet helemaal onmogelijk, maar ik zou veel geluk nodig hebben. Het is dus logischer om me te concentreren op de wedstrijden waarin ik het beste ben en die zo vaak mogelijk te proberen winnen.”
Hij heeft nu twee keer Milaan-San Remo en twee keer Parijs-Roubaix gewonnen. En hij won de Ronde van Vlaanderen al drie keer. Om dat te blijven doen, heeft Van der Poel zich afgelopen winter in stilte nog verder verbeterd. “Ik heb meer getraind dan ooit en ontdekt dat ik het aankan. Dat is het belangrijkste. Maar ik weet ook dat dat niet elk jaar zo zal zijn. Op dit moment voel ik me weer iets sterker, maar volgende week bij E3 kan dat een totaal ander verhaal zijn. Ik denk dat we alles hebben gedaan om in de best mogelijke vorm te zijn.”
Van der Poel geniet van de rivaliteit met Pogačar
Pogačar kan zich maar beter schrap zetten, al denkt Van der Poel dat de Ronde van Vlaanderen een heel ander verhaal zal worden. “Ik denk niet dat deze overwinning veel zegt over wat er nog gaat komen. Iedereen weet dat San Remo een speciale koers is—Vlaanderen is veel zwaarder. Tadej zal daar meer kansen hebben om me te lossen, dat herinner ik me nog goed van twee jaar geleden. Hij is ongelooflijk sterk, dat zagen we vandaag weer. Het is indrukwekkend, dus het zal moeilijk worden om hem te verslaan—maar we gaan het zeker proberen.”
Van der Poel zei het met een glimlach, duidelijk genietend van de rivaliteit met Pogi. “Ik denk niet dat Tadej alleen mijn grootste rivaal is. Als je hem kunt verslaan, zit je meestal dicht bij de overwinning. Het is indrukwekkend, want hij is niet alleen een van de beste eendagsrenners, maar ook een van de beste ronderenners. Hij is het talent van deze generatie, en ik ben blij dat ik tegen hem mag racen. Als je hem weet te verslaan, is dat echt iets bijzonders.”
Volgens de winnaar van San Remo was het vooral dankzij Pogačar dat deze editie misschien wel de spannendste ooit was. “Ik heb nog nooit zo’n koers gezien die al vanaf de Cipressa losbarstte, maar laten we eerlijk zijn—dat was vooral dankzij Tadej. Ik probeerde te volgen, hij moest iets proberen om te winnen. En ze voerden het perfect uit. Maar het komt neer op details. Als mijn benen net iets minder waren geweest en hij me had gelost op de Poggio, dan was het hun overwinning geweest. Ze hebben geweldig gekoerst, dus hij blijft het proberen. En op een dag zal hij winnen.”