Hoewel Wout van Aert niet echt een hoofdrol speelde in de finale van zowel Omloop Het Nieuwsblad als Kuurne-Brussel-Kuurne tijdens het Openingsweekend, blijft de Belgische ster van Team Visma | Lease a Bike een van de meest besproken renners na de koers. Volgens de ervaren Belgische wielerexpert Michel Wuyts is Van Aert misschien wel té populair voor zijn eigen bestwil.
In de nieuwste aflevering van de Wuyts & Vlaeminck-podcast werd het onderwerp van Van Aerts stille start van het wegseizoen 2025 aangesneden. In de acht racedagen die hij dit jaar tot nu toe heeft gereden, behaalde Van Aert een tweede plaats in de tijdrit van de Volta ao Algarve, maar verder is er weinig om over naar huis te schrijven. Toch blijft de 30-jarige een van de meest gehypete renners bij elke koers waarin hij start, wat hem zowel veel steun als veel druk oplevert.
“Sinds het WK veldrijden wordt alles wat hij doet uitvergroot,” merkt voormalig Belgisch bondscoach Sven Vanthourenhout op. “Je zou denken dat Wout daar inmiddels aan gewend is en dat hij ermee om kan gaan, maar de spanning bouwt zich toch op richting dat openingsweekend. En als je dan niet helemaal aan de verwachtingen voldoet, kan dat op je wegen.”

“Hij is té populair,” knikt Wuyts instemmend, terwijl hij een opvallend voorbeeld aanhaalt van de immense aandacht die Van Aert krijgt, vooral in België. “Ik herinner me nog goed wat ik vorig jaar meemaakte op het startpodium van de E3 Saxo Classic. Mathieu van der Poel kreeg een oorverdovend applaus, maar bij Van Aert was het keer vijf. Ik ben er ook van overtuigd dat hij een groter applaus krijgt dan Remco Evenepoel. Hij is met afstand de populairste.”
“Van Aert is een ster, maar ook een underdog. Hij is twee in één, en daar moet hij mee omgaan,” concludeert Wuyts. “Ik vroeg hem op het podium: ‘Stimuleert dat je om nog meer van jezelf te geven, of werkt het juist averechts?’ Hij zei dat ik hem dat op dat moment niet moest vragen. Hij worstelt ermee, niet? Hij wordt benaderd als een halfgod. Of hij nu wint of verliest, hij zal altijd op de eerstewieler