Bij Wolff & Bos hangt er weer elektriciteit in de lucht.
Zodra Véronique de vergaderzaal binnenstapt, voelt Lars het al: dit wordt geen gewone bespreking.
Haar blik is scherp, haar pas vastberaden, en de stilte voor ze begint te spreken is bijna dreigender dan haar woorden.
“Lars, dit kan zo niet verder,” zegt ze, koelbloedig maar met een ondertoon die niets te raden overlaat.
Het is geen verzoek. Het is een waarschuwing.
Wat volgt, is geen gesprek meer.
Het is een openlijke aanval, verpakt in zakelijke taal.
Véronique schuift één voorstel na het andere naar voren — strategische veranderingen, beslissingen die de koers van het bedrijf drastisch zouden wijzigen.
Ze weet exact welke zenuwen ze raakt.
Ze weet exact hoe ze Lars’ controle onderuit kan halen.
En Lars… probeert het hoofd koel te houden.
Maar achter zijn ingehouden reacties schuilt frustratie, woede en een groeiend gevoel dat hij opnieuw in Véronique’s spel wordt gezogen.
Want dit is niet enkel zakelijk.
Dit gaat over de oude oorlog tussen hen.
Jaren van rivaliteit, gekwetste trots, mislukte samenwerking en vooral: een strijd om macht die nooit echt begraven werd.
De spanning stijgt met de minuut.
Véronique drijft hem in een hoek.
Lars weigert te wijken.
En in hun woorden zit meer gif dan in eender welke strijd bij Wolff & Bos de laatste maanden.
Het is een tikkende tijdbom.
Collega’s die toevallig voorbij de glazen wanden lopen, voelen het meteen:
iets is hier compleet ontspoord.
De machtsverhoudingen kantelen.
De onderhuidse spanning wordt bijna tastbaar.
En het is duidelijk dat deze botsing geen eindpunt is — maar het begin van een nieuw hoofdstuk.
Want wanneer twee sterke karakters zoals Lars en Véronique botsen, blijft het nooit bij woorden.
De vraag is:
Wie breekt als eerste?
En wie neemt het bedrijf mee in zijn val?
Eén ding staat vast:
Wolff & Bos heeft nog geen idee hoe zwaar de naschokken zullen zijn.














