De Wereldkampioenschappen wielrennen 2025 in Kigali zullen om veel dingen herinnerd worden: de adembenemende Afrikaanse setting, de vurige lokale menigten en de historische organisatie van de wielerkroon buiten het traditionele Europese hartland. Maar bovenal zal het kampioenschap herinnerd worden om de volledige en meedogenloze dominantie van Tadej Pogačar. Onder de commentatoren die de schaal van deze triomf het scherpst wisten te vatten, was niemand uitgesprokener dan de Nederlandse veteraan-journalist Mart Smeets, die verklaarde: “Pogačar was niet, absoluut helemaal niet in gevaar.”

Voor wie Smeets’ lange carrière heeft gevolgd, dragen zulke woorden gewicht. De 77-jarige heeft talloze wereldkampioenschappen gezien: van het tijdperk van Eddy Merckx tot de hoogtijdagen van Miguel Induráin, van de sluwheid van Paolo Bettini tot de flair van Peter Sagan. Voor hem was de Kigali-prestatie minder een wedstrijd dan een demonstratie van controle. “Vanaf het allereerste begin voelde je dat Pogačar zowel de benen als de geest had om het script te dicteren,” schreef Smeets in zijn nabeschouwing. “Het ging niet om overleven of om tactiek – het ging erom *hoe* hij wilde winnen, niet óf hij zou winnen.”
Het bewijs lag op de hellingen van de Mount Kigali. Toen rivalen als Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard probeerden druk te zetten, gaf Pogačar geen krimp. Hij reed met een sereniteit die de bruutheid van de stijgingspercentages verborg, bijna zwevend over de steile muren die het peloton in stukken scheurden. Elke versnelling was afgemeten, elk antwoord beslissend. Zijn gezicht bleef kalm, zonder een spoor van de gebruikelijke pijn die op de gelaatstrekken van renners in de strijd om de regenboogtrui gegrift staat.
Smeets benadrukte dat deze overwinning niet alleen een kwestie was van fysieke superioriteit, maar vooral van psychologische meesterschap. “Hij had ze al verslagen vóór de beslissende aanval,” stelde hij. “Ze keken naar hem, wachtten op hem, vreesden hem. Dat soort aura is zeldzaam—Merckx had het, Hinault had het. Nu heeft Pogačar het.”
Op de laatste ronde, toen de Sloveense ster in zijn regenbooggetinte UAE Team Emirates-tenue wegreed, was de koers in feite al beslist. Geen enkele renner kon nog een geloofwaardige uitdaging vormen. Evenepoel, de titelverdediger, leek zich te hebben neergelegd bij de uitslag, terwijl Vingegaard tevreden leek gewoon zijn verlies te beperken. De duizenden Rwandese fans langs het parcours juichten niet uit spanning, maar uit ontzag, terwijl ze wielerhistorie live zagen gebeuren.
Volgens Smeets gaat de betekenis van deze triomf verder dan de medaille alleen. Het bevestigt Pogačar niet enkel als de dominante renner van zijn generatie, maar als een figuur die de pantheon van de allergrootsten binnentreedt. “Wanneer je met zoveel autoriteit kunt winnen, op een onbekend continent, op een parcours dat elke zwakte test, en het er toch moeiteloos uit laat zien – dat is iets wat we misschien heel lang niet meer zullen zien,” schreef hij.
Toen de zon onderging boven Kigali, trok Pogačar opnieuw de regenboogtrui aan, een symbool van wielersuprematie dat nu onmiskenbaar het zijne is. En als we Mart Smeets’ woorden mogen geloven, was de uitkomst altijd al onafwendbaar: Pogačar was nooit in gevaar—geen seconde.