Weinig renners in het moderne wielrennen bewegen zich met zoveel brille tussen disciplines als Mathieu van der Poel. Al wereldkampioen op de weg, in het veldrijden en een vaste waarde in het mountainbiken, koestert de Nederlandse superster al jaren de ambitie om ook een UCI-wereldtitel mountainbike te veroveren. Maar nu het WK 2025 nadert, wil Van der Poel vooral duidelijk maken dat dit geen “nu of nooit”-moment in zijn carrière is.
De 30-jarige heeft de laatste seizoenen een hectisch programma gekend, waarin hij zijn voorjaar op de weg, grote rondes en veldritcampagnes combineerde met zorgvuldig gekozen mountainbikedoelen. De droom om ooit de regenboogtrui in het cross-country te dragen leeft nog altijd, maar Van der Poel weigert zich te laten opslokken door druk.

“Het is niet mijn laatste kans,” zei hij deze week tegen journalisten. “Ik weet dat mensen graag praten over sluitende tijdvensters, maar zolang ik gemotiveerd en gezond ben, blijf ik het proberen. Ik hou te veel van mountainbiken om het te reduceren tot slechts één kans.”
Zijn woorden komen op een moment dat de wielerwereld terugblikt op zijn wisselvallige successen in het veld. Van der Poel crashte berucht tijdens de Olympische Spelen van Tokio 2020, toen hij verkeerd uitkwam op een drop die niet was voorbereid—een moment dat nog steeds aan hem kleeft. Sindsdien liet hij geregeld flitsen van klasse zien op de mountainbike, maar de felbegeerde wereldtitel ontbreekt nog.
Het WK MTB van 2025 vindt plaats in Val di Sole, Italië, een parcours berucht om zijn zware beklimmingen, technische afdalingen en meedogenloze ritmewisselingen. Voor Van der Poel sluit het terrein perfect aan bij zijn explosieve kracht en virtuoze stuurmanskunst. Toch wacht hem stevige concurrentie van specialisten—mannen als **Tom Pidcock**, **Nino Schurter**, en de nieuwe Franse lichting die het vak fulltime beoefent.
Toch floreert de kopman van Alpecin-Deceuninck juist onder druk. Supporters wijzen graag naar zijn overwinning op het WK wielrennen in Glasgow 2023 als bewijs dat hij kan pieken op de grootste podia. De hamvraag is of hij datzelfde meesterschap ook kan vertalen naar het pure mountainbike-toneel.
Van der Poel erkent dat voorbereiding daarbij de doorslag geeft. In tegenstelling tot zijn rivalen, moet hij zijn MTB-campagne vaak beperken tot een handvol wedstrijden, ingeklemd tussen andere verplichtingen. “Ik kan niet doen alsof ik hetzelfde programma heb als de specialisten,” gaf hij toe. “Maar ik weet wat er fysiek en mentaal nodig is om voor die trui te strijden. Als ik de opbouw goed krijg, is alles mogelijk.”
Voor de fans draait zijn poging in 2025 om meer dan een medaille—it is de voortzetting van de zoektocht van een atleet die **alle grenzen van het wielrennen wil verleggen**. De carrière van Van der Poel gaat nooit over beperkingen, maar altijd over het uitbreiden van de verbeelding van wat één renner kan bereiken in meerdere disciplines.
Dus ook al is het WK MTB in Val di Sole niet zijn laatste kans, het is onmiskenbaar een bepalend moment. Of hij nu de regenboogtrui verovert of niet, zijn aanwezigheid garandeert wereldwijde aandacht—en houdt de droom levend van misschien wel de meest veelzijdige kampioen die het wielrennen ooit heeft gekend.