Het vergelijken van de klassiekers-kwaliteiten van Mathieu van der Poel, Peter Sagan en Tom Boonen — drie renners uit verschillende tijdperken, maar allemaal bekend om hun reputatie op de kasseien, explosieve finales en onstuitbare panache.
Tom Boonen De Monumentenmachine
Boonens palmares leest als een liefdesbrief aan de kasseiklassiekers. De Belgische krachtpatser pakte 7 Monumenten in zijn carrière:

Parijs Roubaix: 4 zeges (2005, 2008, 2009, 2012) een gedeeld record met Roger De Vlaeminck.
Ronde van Vlaanderen: 3 zeges (2005, 2006, 2012).
Naast de Monumenten won Boonen ook E3 Harelbeke (5x), Gent–Wevelgem (3x) en Kuurne Brussel Kuurne als onderdeel van zijn voorjaarsdominantie. Zijn vermogen om de brute kasseistroken te trotseren en vanuit kleine groepjes te sprinten, maakte hem in zijn topjaren vrijwel onklopbaar. Boonen werd ook wereldkampioen (2005), droeg het groene trui in de Tour de France en behaalde meer dan 100 overwinningen in zijn carrière.
Oordeel: Qua pure klassiekers-aantallen is Boonens palmares het meest gevuld en gebalanceerd voor kasseienwedstrijden.
Peter Sagan – De Veelzijdige Superster
Sagans klassiekersrecord bevat minder Monumenten, maar zijn carrière wordt gedefinieerd door veelzijdigheid en constante prestaties. Zijn belangrijkste klassiekersuittredens:
Ronde van Vlaanderen: 1 zege (2016).
Parijs–Roubaix: 1 zege (2018).
Gent Wevelgem: 3 zeges (2013, 2016, 2018).
Daarbovenop behaalde hij een verbluffende zeven groene truien in de Tour de France (een record), drie wereldtitels op de weg (2015, 2016, 2017) — ongeëvenaard in het moderne wielrennen — en talloze podiumplaatsen in Monumenten die hij niet won. Waar Boonen vooral uitblonk op de kasseien, schitterde Sagan op uiteenlopende terreinen: van kasseien tot heuvelachtige Ardennenfinales en massasprints. Zijn flamboyante stijl en het vermogen om te winnen vanuit kleine groepjes, lange solo’s of pure sprints, maakten hem tot een van de meest vermakelijke renners van de jaren 2010.
Oordeel: Niet de meeste Monumenten, maar ongeëvenaard qua veelzijdigheid en showgehalte.
Mathieu van der Poel De Moderne Allround Klassiekerskoning
Nog midden in zijn hoogtijdagen heeft Van der Poel al een palmares dat kan wedijveren met gestopte legendes:
Ronde van Vlaanderen: 3 zeges (2020, 2022, 2024).
Milaan San Remo: 1 zege (2023).
Parijs–Roubaix: 1 zege (2023).
Wereldkampioenschap: 1 zege (2023).
Amstel Gold Race: 1 zege (2019) in een van de beroemdste comebacks uit de recente wielergeschiedenis.
Wat Van der Poel onderscheidt is variatie: hij is de enige van de drie die zowel kassei-Monumenten, het langste Monument (San Remo) als heuvelklassiekers heeft gewonnen. Voeg daarbij zijn vijf wereldtitels in het veldrijden en een wereldtitel mountainbike, en hij is wellicht de meest multidisciplinaire renner van het trio. Zijn beste jaren moeten nog komen, waardoor zijn totaal gemakkelijk Sagan kan voorbijstreven en mogelijk Boonen kan benaderen.
Oordeel: Minder Monumenten dan Boonen (voorlopig), maar ongeëvenaard qua multidisciplinaire dominantie en moderne raceaanpak.
Eindbeoordeling
Beste pure kasseienpalmares: Boonen zeven Monumenten, Parijs Roubaix-record, ongeëvenaarde voorjaarsdominantie.
Meest veelzijdige carrière:Sagan kasseien, sprints, heuvelklassiekers, wereldtitels en Tour-groen record.
Meest complete moderne klassiekersdreiging: Van der Poel al elite in meerdere Monumenten en nog volop in opbouw.
Beoordeel je puur op klassiekeroverwinningen, dan draagt Boonen de kroon. Kijk je naar carrièrediversiteit, dan wint Sagan. Op huidige koers, zou Van der Poel uiteindelijk de grootste van allemaal kunnen worden.
Wil je dat ik er ook een korte tabel bij maak waarin hun Monumenten en grote klassiekers overzichtelijk naast elkaar staan? Dat maakt de vergelijking heel helder.