Zes jaar na een traumatische val die bijna een einde maakte aan zijn carrière, keerde de Belgische wielerster Wout van Aert terug naar de stad Pau voor de start van de veertiende etappe van de Tour de France — precies de plek waar hij ooit vreesde dat hij misschien nooit meer zou kunnen fietsen.
In 2019, tijdens een tijdrit in Pau, misrekende Van Aert een scherpe bocht en knalde met hoge snelheid tegen een dranghek. De val veroorzaakte een diepe wonde van 21 centimeter aan zijn rechterbovenbeen, wat leidde tot een lange revalidatie. Het litteken is tot op de dag van vandaag zichtbaar — en de emotionele wonden zijn dat ook.
In een gesprek met VTM Nieuws gaf Van Aert toe dat hij zich niet had gerealiseerd dat het precies zes jaar geleden was. “Ik wist niet dat het exact zes jaar geleden was. Maar stiekem denk ik er elke keer aan als ik hier ben,” zei hij.
Pau blijft een bittere plaats voor de 29-jarige renner van Team Visma–Lease a Bike. Hoewel de herinnering aan de crash hem achtervolgt, toonde Van Aert veerkracht door vorig jaar nog als tweede te eindigen in Pau. Toch blijft de psychologische belasting zwaar. “Ik vergeet het nog altijd niet,” gaf hij toe.
Zijn ploeg verblijft telkens opnieuw in hetzelfde hotel wanneer de Tour Pau aandoet — een constante herinnering aan zowel het oude leed als de lange weg die hij sindsdien heeft afgelegd.
Dit jaar was Van Aert echter geen kanshebber in de etappe van Pau naar Luchon-Superbagnères. Hij finishte als 106e, meer dan 37 minuten na ritwinnaar Thymen Arensman. Toch zegt Van Aert dat de emoties inmiddels minder heftig zijn. “Ondertussen doet het me niet zo veel meer,” zei hij.
Toch benadrukt Van Aerts terugkeer naar Pau zijn doorzettingsvermogen in een sport die bekendstaat om zijn genadeloze eisen. Zes jaar geleden verliet hij Pau in een ambulance. Dit weekend vertrok hij op de fiets — getekend, maar nog steeds rijdend.