Aan mijn fans — degenen die in de regen langs de kant van de weg staan met vlaggen om hun schouders, die bij zonsopgang opstaan of lang na zonsondergang opblijven om een glimp van mij op te vangen terwijl ik over een bergweg vlieg of door een tijdrit jaag — dit is voor jullie. Ik heb het gemaakt omdat jullie er waren.
Soms denken mensen dat wielrennen een eenzame sport is. Ze zien één renner, hoofd omlaag, benen draaiend, kilometers asfalt voor zich, en denken dat het hij tegen de wereld is. Maar ze zien jullie niet — de hartslag achter elke pedaalslag. Ze horen jullie

Toen ik een jongen was in Komenda, dromend van grote koersen en gele truien, zag ik de menigte niet voor me. Ik zag alleen de fiets, de weg, het gevoel van vrijheid. Maar dromen worden groter als je ze deelt. Elk handtekening die ik gezet heb, elke foto waarvoor ik geposeerd heb, elke knuffel of high five langs de weg — ze herinneren me eraan dat mijn verhaal niet alleen van mij is. Het is ook van jullie.
Jullie zien de overwinningen. Jullie zien de aanvallen. Jullie zien de champagne op het podium en de gele trui tot aan mijn kin dichtgeritst. Maar jullie zien niet altijd de twijfel — de stille momenten waarop de benen niet meewerken, als het gat groter wordt, als de tegenstanders sterker zijn, als de weg zelfs voor mij te steil lijkt. In die momenten grijp ik naar iets extra’s. En dat iets zijn jullie.
Jullie staan op Alpe d’Huez met beschilderde gezichten. Jullie vullen de grindwegen van de Strade Bianche. Jullie zwaaien met de Sloveense vlag hoog boven al het lawaai. Jullie volgen me van Vlaanderen naar Frankrijk, van de voorjaarsklassiekers tot de Champs-Élysées. En elke keer dat ik voorbijrijd, voel ik een duw — een wind in mijn rug die niet in het weerbericht staat, een kracht in mijn benen die ik nooit alleen uit training zou halen.
Ik weet dat ik niet altijd zal winnen. Niemand doet dat. Maar zolang jullie er zijn, beloof ik dat ik elke keer zal vechten. Ik zal aanvallen als ze zeggen dat ik moet wachten. Ik zal met mijn hart rijden, ook als de cijfers ‘nee’ zeggen. Ik zal het onmogelijke najagen, omdat jullie geloof het mogelijk maakt.
Dus aan mijn fans — dank jullie wel voor het staan achter de dranghekken, voor het vullen van de wegkanten, voor het geloven als ik twijfel, voor het juichen als ik val, en voor het vieren als ik weer opsta. Ik heb het gemaakt omdat jullie er waren. En zolang jullie er zijn, blijf ik gaan — sneller, hoger, moediger. Dit is onze rit. Dit is ons verhaal. En het is nog lang niet voorbij.