Toen Mathieu van der Poel de finishlijn passeerde om zijn nieuwste ritzege in de Tour de France te boeken, was het gejuich van de menigte langs de hekken oorverdovend — maar voor Van der Poel was dat geluid meer dan alleen lawaai. Het was de hartslag van duizenden die hem door elke klim, valpartij en comeback hebben gesteund. En terwijl hij daar op het podium stond, doorweekt van het zweet en de glorie, liet MVDP duidelijk weten wie hem de kracht had gegeven om opnieuw zijn grenzen te verleggen.
“Ik wil elke fan bedanken die in mij gelooft,” zei Van der Poel, zijn stem licht brekend van emotie. “Als ik daar rijd, tot het uiterste, als mijn benen schreeuwen en mijn hoofd zegt ‘het is genoeg geweest’, dan zijn het jullie aanmoedigingen die me verder duwen. Jullie geven me de moed om nog meer te lijden, om aan te vallen waar anderen twijfelen, om in het onmogelijke te geloven.”

De band tussen Van der Poel en zijn fans is er niet van de ene op de andere dag gekomen. Die gaat terug tot zijn eerste veldritdagen — modderige omlopen in kleine dorpen waar lokale supporters in ijzige wind stonden te wachten om hem door de bochten te zien vliegen. Die band werd sterker toen hij doorbrak op de weg, met gedurfde solo-aanvallen die experts sprakeloos maakten en fans ademloos achterlieten. En die werd dieper toen hij tegenslag kende — valpartijen, blessures, pech — maar altijd terugkwam, gedragen door een zee van onwankelbaar geloof.
“Ik zie alle spandoeken, ik hoor jullie langs de hekken, ik lees de berichten online,” ging Van der Poel verder. “Soms denken mensen dat we het niet merken omdat we zo gefocust zijn op de koers — maar geloof me, we merken het wel. Ik merk het. En het betekent alles.”
Deze laatste Tourzege was typisch MVDP: gedurfd, aanvallend, een move die alleen hij durft te maken. Maar achter elke trap op de pedalen klonk het gejuich van miljoenen die zijn naam schreeuwden en hem vooruit duwden. Dat weet hij ook.
“Als ik rijd, voel ik me nooit alleen. Ik voel dat ik jullie allemaal met me meedraag. Jullie geloof geeft me extra watts, jullie vertrouwen houdt me overeind als ik zou kunnen vallen. En dat is onbetaalbaar.”
Voor Van der Poel is dankbaarheid geen loos woord — het is een belofte om te blijven koersen met hetzelfde vuur dat mensen vanaf het begin heeft geraakt. “Ik rijd voor mijn ploeg, mijn familie, mezelf — maar ik rijd ook voor jullie allemaal,” zei hij, terwijl hij wees naar de zee van vlaggen en gezichten in het publiek. “Zonder jullie ben ik maar één man op een fiets. Met jullie ben ik niet te stoppen.”
Toen hij het podium verliet onder luid gejuich en gezang, gaf Van der Poel nog een laatste glimlach en zwaai. “Dank jullie wel dat jullie me vleugels geven,” zei hij. “Laten we morgen weer vliegen.”