Wout van Aert is een renner die, vanwege zijn populariteit, ook veel kritiek krijgt. Na Kuurne-Brussel-Kuurne zal hij die in ieder geval niet krijgen vanwege een gebrek aan aanvalslust, maar de titelverdediger zag de sterren niet op één lijn staan in een wedstrijd die uiteindelijk door de sprinters werd gedomineerd.
“Er zat niet meer in qua resultaat. Voelden mijn benen zoals ik wilde? Ja, dat deden ze. Maar veel ploegen wilden een defensieve koers, dus dat maakte het moeilijk,” zei Van Aert in gesprek met Het Laatste Nieuws na de wedstrijd. Visma kende een teleurstellende Omloop Het Nieuwsblad, waar het vooral leek alsof de Belg op cruciale momenten moeite had met zijn positionering.
Vandaag in Kuurne, waar hij de titelverdediger was, plaatste hij minstens twee krachtige aanvallen. Bij de eerste aanval werd hij gevolgd, en bij de tweede (op de laatste klim van de dag) kreeg hij Roger Adrià van BORA mee, die vervolgens weigerde mee te werken om de oversteek naar de kopgroep te maken.
“Ik speelde het spelletje natuurlijk een beetje. Ik wist dat ik daar nooit alleen zou rijden. Ik moest blijven proberen hem te overtuigen om op kop te rijden,” beschrijft hij. “Eerst werd me ook verteld dat Meeus niet meer in de groep zat, dus ik begreep het niet goed. Maar later zag ik dat Jordi er wel was. Dan is het een begrijpelijke tactiek. Om iets meer kans te hebben, hadden we in die kopgroep moeten zitten.”
De Nederlandse ploeg reed aanvallend, maar uiteindelijk was de koers niet selectief genoeg om te winnen zoals in de vorige twee edities, waarin Team Visma | Lease a Bike de overwinning pakte. Van Aert schakelde daarna over naar Plan B van de ploeg en ondersteunde Olav Kooij richting de onvermijdelijke massasprint.
“Ik ben meer tevreden dan gisteren. We waren voor meer gekomen, maar vandaag wisten we dat zo’n scenario mogelijk was. We hadden Olav daarvoor en hij sprintte naar een geweldige tweede plaats. We hebben het geprobeerd,” besloot hij.
Voor de Belg staat nu een hoogtestage op het programma, waardoor hij enkele weken uit de schijnwerpers verdwijnt, terwijl Tadej Pogačar en Mathieu van der Poel zich volgende week opmaken voor hun Europese seizoensdebuut.
